PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1. Bout
2. Cardanhuis
7. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-30.
8. Ondersteun de cardanas en trek tege-
lijkertijd het achterwiel naar achteren
6
om de volgende onderdelen als com-
plete unit te verwijderen: wiel, wielas,
cardanhuis en de cardanas.
OPMERKING:
Ondersteun de cardanas terwijl deze naar
buiten wordt getrokken.
Aanbrengen van het achterwiel
1. Breng het achterwiel, de wielas, het
cardanhuis en de cardanas aan door
het wiel naar voren te drukken en de
cardanas te geleiden in de kruiskoppe-
ling van de uitgaande versnellingsba-
kas.
1. Kruiskoppeling uitgaande versnellingsbakas
2. Cardanas
2. Breng de bouten in het cardanhuis
aan.
3. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de stel-
moer voor vrije rempedaalslag aan op
de rempedaalstang.
4. Monteer de remankerstangbout en
moer aan de remankerplaat.
5. Monteer het paneel.
6. Laat het achterwiel zakken zodat dit op
DAU25511
de grond rust.
7. Zet de wielasmoer, de cardanhuisbou-
ten en de remankerstangmoeren vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Stel de vrije slag van het rempedaal af.
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag.
6-33
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
92 Nm (9.2 m·kgf, 67 ft·lbf)
Bout cardanhuis:
74 Nm (7.4 m·kgf, 54 ft·lbf)
Bevestigingsmoer remankerstang:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
(Zie pagina 6-19.)
WAARSCHUWING
DWA10660