Bandenspanningsbereik
5
De RDC-regeleenheid maakt
onderscheidt tussen drie op
90
de motorfiets afgestemde
bandenspanningsbereiken:
Bandenspanning binnen de
toelaatbare tolerantie.
Bandenspanning in het
grensgebied van de
toelaatbare tolerantie.
z
Bandenspanning buiten de
toelaatbare tolerantie.
Er wordt bovendien een waar-
schuwing gegeven, wanneer
de bandenspanning binnen
de toelaatbare tolerantie sterk
daalt.
Remsysteem
algemeen
Pasafdalingen
Indien bij pasafdalingen
uitsluitend achter wordt
geremd, bestaat het gevaar
van remkrachtverlies. Onder
extreme omstandigheden kan
dit tot onherstelbare schade
aan de remmen door overver-
hitting leiden.
Voor- en achterwielrem be-
dienen en motorremwerking
gebruiken.
Natte remmen
Na het wassen van de
motorfiets, na het rijden
door water of bij regen kun-
nen de remmen door vochtige
remschijven en remblokken
later aangrijpen.
Vroegtijdig remmen, tot de
remmen zijn opgedroogd of
drooggeremd.
Stooizoutaanslag op de
remmen
Bij het rijden op wegen
waarop wegenzout is ge-
strooid, kunnen de remmen
later aangrijpen als geduren-
de langere tijd niet wordt ge-
remd.
Vroegtijdig remmen,
tot de zoutlaag op de
remschijven en remblokken is
weggeremd.
Olie of vet op de remmen
Olie en vet op remschij-
ven en -blokken beïn-
vloeden de remwerking zeer
negatief.
Vooral na reparatie- en on-
derhoudswerkzaamheden er-
op letten dat remschijven en
remblokken vrij van olie en vet
zijn.