en de ABS-zelfdiagnose
afwachten.
Stuurslot ontgrendelen.
Contact inschakelen.
ABS-zelfdiagnose afwach-
ten.
Van links het stuur met bei-
de handen vastpakken.
Remhendel bedienen.
Het rechterbeen over de
motorfiets zwaaien, daar-
bij de motorfiets rechtop
zetten.
De motorfiets recht zetten
en in balans brengen.
Een uitgeklapte zijstan-
daard kan bij een rijden-
de motorfiets aan de onder-
grond blijven haken en u ten
val brengen.
Zijstandaard inklappen,
voordat de motorfiets wordt
verplaatst.
Gaan zitten en de zijstan-
daard met de linkervoet te-
rugklappen.
Op de middenstandaard
zetten
Op een losse onder-
grond staat de motorfiets
niet veilig.
De standaard moet altijd op
een vlakke en vaste onder-
grond rusten.
Motor uitschakelen.
Afstappen en daarbij met de
linkerhand het linker hand-
vat vasthouden.
Met de rechterhand het
handvat voor de passagier
of het achterframe vastpak-
ken.
De rechtervoet op de be-
dieningshefboom van de
middenstandaard plaatsen
en de middenstandaard zo
ver naar beneden drukken,
dat de afrolsleden de grond
raken.
Met uw volle gewicht op
de middenstandaard gaan
staan en tegelijkertijd de
motorfiets naar achteren
trekken.
De middenstandaard kan
door te sterke bewegin-
gen inklappen, waardoor de
motorfiets kan omvallen.
Niet op de motorfiets plaats-
nemen als de middenstan-
daard uitgeklapt is.
Controleren of de motorfiets
stevig staat.
Van de middenstandaard
duwen
Als het contact is afgezet
staat geen rembekrach-
tiging ter beschikking; de mo-
torfiets kan gaan rollen.
Vooral op steile hellingen
eerst het contact aanzetten
5
87
z