Banden
5
Nieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten
86
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met
wisselende overhellingshoe-
ken worden ingereden. Pas
na het inrijden is de volledige
grip van het loopvlak bereikt.
Nieuwe banden hebben
z
nog niet de volle grip,
bij extreme scheefstanden
bestaat ongevalsgevaar.
Extreme scheefstanden
vermijden.
Motorfiets neerzetten
Op de zijstandaard
plaatsen
Op een losse onder-
grond staat de motorfiets
niet veilig.
De standaard moet altijd op
een vlakke en vaste onder-
grond rusten.
Motor uitschakelen.
Remhendel bedienen.
De motorfiets recht zetten
en in balans brengen.
De zijstandaard met de lin-
kervoet tot de aanslag opzij
klappen.
De zijstandaard is alleen
voor het gewicht van de
motorfiets geconstrueerd.
Bij een uitgeklapte zijstan-
daard niet op de motorfiets
plaatsnemen.
De motorfiets langzaam op
de standaard laten zakken,
daarbij uw gewicht van de
motorfiets nemen en van de
motorfiets afstappen.
Als de motorfiets op de
zijstandaard staat, is het
van de ondergrond afhankelijk
of het stuur naar links of naar
rechts wordt gedraaid. Op
een horizontale ondergrond
staat de motorfiets echter sta-
bieler als het stuur tegen de
linker aanslag staat in plaats
van tegen de rechter aanslag.
Op een horizontale onder-
grond het stuur altijd tegen de
linker aanslag draaien om het
stuurslot te vergrendelen.
Stuur tot de aanslag geheel
naar links of rechts draaien.
Controleren of de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets op hellin-
gen in de richting "berg-
opwaarts" neerzetten en de
1e versnelling inschakelen.
Van de zijstandaard
afhalen
Als het contact is afgezet
staat geen rembekrach-
tiging ter beschikking; de mo-
torfiets kan gaan rollen.
Vooral op steile hellingen
eerst het contact aanzetten