hulp van de fixeerpennen 3
7
instellen.
Voorwielstandaard in het
122
midden van het voorwiel
plaatsen en naar de voor-
as schuiven.
z
De beide pennen 2 zo ver
naar buiten schuiven tot de
voorvork er stevig op rust.
Afstelbouten 1 vastzetten.
Als de motorfiets op de
middenstandaard staat,
en de motorfiets aan de voor-
zijde te ver wordt opgetild,
komt de middenstandaard los
van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de midden-
standaard bij het optillen op
de grond blijft.
De voorwielstandaard gelijk-
matig naar beneden druk-
ken om de motorfiets op te
tillen.
Lampen
Algemene aanwijzingen
Een defecte gloeilamp wordt
op het multifunctioneel
display door een waarschu-
wingsindicatie aangegeven.
Bij het uitvallen van het rem-
of het achterlicht brandt
bovendien de algemene
waarschuwingslamp
geel. Bij het uitvallen van
het achterlicht wordt als
vervanging het remlicht
gebruikt door de lichtsterkte
van de tweede gloeispiraal
tot achterlichtniveau terug te
brengen. Het uitvallen van het
achterlicht wordt bovendien
op het display aangegeven.
Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat berijder
en machine door andere ver-
keersdeelnemers sneller over
het hoofd worden gezien.