Inhoudsopgave
Advertenties
4
60
Toets 1 ingedrukt houden tot
eerst de weergave van het
z
ASC-/DTC-controlelampje 3 en
vervolgens die van het ABS-
controle- en waarschuwings-
lampje 2 verandert.
De instelling van de ASC/DTC
verandert niet.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje brandt.
Toets 1 binnen twee seconden
loslaten.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje blijft bran-
den.
ABS uitgeschakeld.
SU
met ABS Pro
ABS Pro uitgeschakeld.
ABS inschakelen
Toets 1 ingedrukt houden tot
eerst de weergave van het
ASC-/DTC-controlelampje 3 en
vervolgens die van het ABS-
controle- en waarschuwings-
lampje 2 verandert.
De instelling van de ASC/DTC
verandert niet.
ABS-controle- en waar-
schuwingslampje dooft, bij
een niet afgesloten zelfdiagnose
gaat dit knipperen.
Als de codeerstekker niet is
aangebracht, kan als alternatief
ook het contact weer worden
uit- en ingeschakeld.
Als het ABS-controle-
en waarschuwingslampje
na het uitschakelen en weer
inschakelen van het contact en
het vervolgens rijden boven de
minimumsnelheid weer gaat
branden, is een ABS-storing
aanwezig.
min 10 km/h
Automatische
stabiliteitscontrole
(ASC)
ASC Uitschakelen
Contact inschakelen.
OPMERKING
De ASC-functie kan ook onder-
weg worden uitgeschakeld.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
