3.26
KaDeck
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Montage- en installatiehandleiding
60
DIP-schakelaar nr. 1
Voor het aansturen van een KaControl-apparaat via een bouwzijdig
gebouwenautomatisering door middel van 0..10V-signalen moet DIP-
schakelaar nr. 1 op ON worden gezet.
De vereiste parameterinstellingen worden beschreven in paragraaf 10.3.17.
Fabrieksinstelling:
DIP1 = OFF
DIP-schakelaar nr. 2
DIP-schakelaar nr. 2 moet verplicht op OFF worden gezet.
Fabrieksinstelling:
DIP2 = OFF
DIP-schakelaar nr. 3
Voor een puntsgewijze vorstbeveiligingsfunctie kan een temperatuursensor
worden aangesloten. Hiertoe moet DIP-schakelaar nr. 3 = ON worden
ingesteld.
Fabrieksinstelling: DIP3 = OFF
DIP-schakelaar nr. 4
De omschakeling koelen/verwarmen wordt standaard via de KaController
ingesteld. Als alternatief kan de omschakeling koelen/verwarmen ook via
een extern schakelcontact worden uitgevoerd. Hiertoe moet DIP-schakelaar
nr. 4 = ON worden ingesteld.
De KaDeck is als 2-pijpsapparaat ontworpen en de DIP-schakelaar op ON
ingesteld.
Fabrieksinstelling: DIP4 = ON
DIP-schakelaar nr. 5
DIP-schakelaar nr. 5 moet verplicht op OFF worden gezet.
Fabrieksinstelling: DIP5 = OFF
DIP-schakelaar nr. 6
Voor de temperatuurregeling kan de interne temperatuursensor van de
KaController of een externe ruimtetemperatuursensor worden gebruikt.
DIP-schakelaar nr. 6 = OFF
Ruimtetemperatuurregeling via een interne
sensor of een externe ruimtetemperatuursensor
DIP-schakelaar nr. 6 = ON
Ruimtetemperatuurregeling via de interne
sensor van de KaController
Fabrieksinstelling:
DIP6 = OFF