6.2
Selectie plaats van installatie
Luchtworpen plafondapparaat
Plaatsing aan wandzijde
Plaatsing in het midden van de ruimte
Gegevens voor de droge koeling: 16/18 °C ruimtetemperatuur 27 °C
Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden wordt het passende apparaat geselecteerd en geplaatst:
Verlaagd plafond aanwezig?
Ja
Nee
Afhankelijk van de geometrie van de ruimte, verlichting, soort plafond etc. kan bovendien tussen
1-zijdig en 2-zijdig uitblazende apparaten worden gekozen.
Bij de plaatsing dient op het volgende te worden gelet:
Richting luchtuitblaas
De lucht moet zodanig uitgeblazen worden dat tochtstromen worden voorkomen. Hierbij helpen
de afbeeldingen met betrekking tot de worprichting. Rekening houdend met de verblijfplaats van
personen wordt het passende apparaat geselecteerd en geplaatst.
Bij afstanden van minder dan 3 m van de wand tot aan de luchtuitlaat kunnen bij hogere
ventilatorstanden tochtstromen optreden. De lucht moet altijd in de lengterichting tot de ruimte
stromen.
Selectie plaats van installatie:
Maximale montagehoogte 3,5 m
(bij plafondapparaten die ook in de verwarmingsmodus worden gebruikt kan
de max. ruimtehoogte afhankelijk van de geometrie van de ruimte, het soort plafond, het
ruimtegebruik en de systeemtemperaturen aanmerkelijk lager zijn!)
Te voorkomen zijn:
belemmering van de vrije luchtcirculatie door lampen, inrichtingsvoorwerpen etc.
belemmering bij de luchtverspreiding en luchtaanzuiging
de aanwezigheid van elektronische apparaten onder de KaDeck
Type apparaat
Apparaat voor verlaagde
plafonds
Plafondapparaat
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Montage- en installatiehandleiding
Luchtworpen apparaat voor verlaagde plafonds
Plaatsing aan wandzijde
Plaatsing in het midden van de ruimte
KaDeck
3.26
25