3.26
KaDeck
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Montage- en installatiehandleiding
6.20 Parameters KaController
6.20.1 Algemeen
6.20.2 Parametermenu oproepen
72
Via parameterinstellingen in de KaController kunnen speciale wensen van
de gebruiker worden geactiveerd en gedeactiveerd. Via parameters kunnen
bijv. de op de KaController instelbare minimale en maximale
streeftemperatuur worden ingesteld.
Voor het instellen van de parameters moeten de volgende
bedieningsstappen worden uitgevoerd:
1. Het KaControl-apparaat moet worden uitgeschakeld door
op de ON/OFF-toets te drukken
of
min. 5 s op de navigator te drukken
of
de navigator linksom te draaien, totdat OFF wordt weergegeven.
2. Oproepen van het parametermenu door gedurende minstens 10
seconden op de navigator te drukken. Op het display wordt
achtereenvolgens de aanwijzing "Para" en daarna "CODE" met de
waarde 000 weergegeven.
3. Selecteer het wachtwoord (code) 11 door aan de navigator te draaien en
bevestig door op de navigator te drukken. U bevindt zich nu in het
parametermenu van de KaController.
4. Het instellen van parameters is nu via de navigator mogelijk.
Instellen van parameters:
Selecteer de parameter door aan de navigator te draaien.
Roep de bewerkingsmodus op door op de navigator te drukken.
Stel de gewenste waarde in door aan de navigator te draaien.
Sla de nieuwe waarde op door op de navigator te drukken.
Er zijn 3 opties om het parametermenu te verlaten en de
standaardweergave op te roepen:
langer dan 2 minuten geen bediening via de navigator uitvoeren
de navigator min. 5 seconden ingedrukt houden
door aan de navigator te draaien de weergave "ESC" op het display
selecteren en de keuze bevestigen door te drukken op de navigator