6.4
Feuchte und trockene Kühlungs-Ausführung
Onderscheiding
De volgende tabel geeft een
overzicht van de uitrustingen
van de KaDeck-apparaten
afhankelijk van de uitvoering.
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Bij de KaDeck-modellen zijn twee basisuitvoeringen te
onderscheiden: de uitvoering met droge koeling en die met
natte koeling.
Apparaten met droge koeling mogen in geen geval op een
bouwzijdig watersysteem worden aangesloten, waarbij het
dauwpunt wordt onderschreden!
KaDecks voor droge koeling met KaControl kunnen met
een af werk gemonteerde dauwpuntcontroller uitgerust
worden. Deze controleert de warmtewisselaar op voorkomend
condensaat. Als het dauwpunt bij de warmtewisselaar wordt
onderschreden, sluit de dauwpuntcontroller het koelventiel af.
De dauwpuntcontroller dient niet als regeling, ook bij gebruik
van de dauwpuntsensor moet het bouwzijdige waternet boven
het dauwpunt blijven!
KaDeck
Warmtewisselaar
geoptimaliseerd voor droog
koelen
Warmtewisselaar
geoptimaliseerd voor nat
koelen
Dauwpuntcontroller,
gemonteerd in de fabriek
Condensaatbak
Condensaatpomp
Omkasting tegen
condensatiewater van binnen
dampdiffusiedicht geïsoleerd
KaDeck
Montage- en installatiehandleiding
Droge koeling
Natte koeling
ja
nee
optioneel bij
regeluitrusting
KaControl mogelijk
nee
nee
nee
3.26
nee
ja
nee
ja
ja
ja
27