7
Bediening en ingebruikneming
7.1
Controle voor ingebruikneming
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
AANWIJZING!
Informatie over de bediening via de Kampmann-
ruimtethermostaat is te vinden in de speciale
handleiding.
GEVAAR!
Controleer voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik
neemt, of aan alle randvoorwaarden is voldaan om het
apparaat veilig en zoals beoogd te laten functioneren.
Optioneel kan door Kampmann GmbH een
functietest worden uitgevoerd. Contactgegevens
hoofdstuk 1.4 "Klantenservice" op pagina 5.
Bouwtechnische controles:
Is het apparaat mechanisch veilig gemonteerd?
Zijn de accessoires en de kap veilig gemonteerd?
Elektrische controles:
Is het leggen van de leidingen conform de geldende
voorschriften uitgevoerd?
Zijn alle aders conform de elektrische aansluitschema's
aangesloten?
Is de aarddraad ononderbroken aangesloten en bedraad?
Controle water:
Zijn aanvoer- en retourleidingen volgens de voorschriften
uitgevoerd?
Zijn de ventielen correct gemonteerd? (Let op de toegestane
inbouwpositie van de stelaandrijvingen!)
Werken alle ventielen en stelaandrijvingen foutloos?
Zijn de door de klant gerealiseerde afsluitventielen
geopend?
Condensaatafvoer (alleen bij apparaten met natte
koelfunctie):
Werd de condensaatafvoer van het apparaat naar het
vuilwaternet m.b.v. voor testmodus ingevoerd water
gecontroleerd?
Reinig voor de eerste ingebruikneming de condensaatbak en
verwijder vuil en stof.
Schakelt het alarmcontact van de condensaatpomp voordat
de bak overloopt?
Zijn alle slangen van de condensaatpomp met klemmen
bevestigd, zijn alle bochten zonder knikken gelegd?
Controleer bij gebruik van de condensaatpomp of door de
slagen van de slangen geluiden ontstaan en verhelp deze
door de slangen te bevestigen.
KaDeck
Montage- en installatiehandleiding
3.26
77