Pagina 1
Plafondcassette KaDeck Montage- en installatiehandleiding Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor toekomstig gebruik! Kampmann.nl/installation_manuals I506 10/20 NL SAP-Nr. 1221711...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Algemeen ..................Informatie over deze handleiding ........Verklaring van de symbolen ..........Auteursrechtelijke bescherming ........Klantenservice ..............Veiligheid ..................Beoogd gebruik ..............Bedrijfs- en toepassingsbeperkingen ........ Wezenlijke gevaren ............2.3.1 Gevaren door elektrische energie ........
Pagina 3
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.5 Ventilatorinstelling .............. 45 6.10.2.6 Tijdinstelling ................. 46 6.10.2.7 Tijdschakelprogramma’s (TSP) ..........47 6.10.2.8 Wissen van alle tijdschakelprogramma’s en de tijd ... 50 6.10.2.9 Omschakeling bedrijfsmodi koelen/verwarmen ....51 6.11 Alarmmeldingen ..............52 6.12...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Algemeen Informatie over deze handleiding Deze handleiding maakt het mogelijk om veilig en efficiënt met het apparaat te werken. De handleiding maakt deel uit van het apparaat en moet zodanig worden bewaard dat deze voor het personeel te allen tijde toegankelijk is.
Een uitgebreider gebruik is zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant niet toegestaan. Klantenservice Voor technische vragen kunt u terecht bij onze klantenservice: Kampmann GmbH & Co. KG Adres Friedrich-Ebert-Str. 128–130 49811 Lingen (Ems) Telefoon +49 591 7108 670...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Veiligheid Deze paragraaf geeft een overzicht van alle belangrijke veiligheidsaspecten voor de bescherming van personen en voor een veilig en storingsvrij gebruik. Andere veiligheidsinstructies met betrekking tot taken zijn beschreven in de paragrafen over de afzonderlijke levensfasen.
Pagina 7
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Waterkwaliteit pH-waarde 8 – 9 Geleidend vermogen S/cm < 700 Zuurstofgehalte (0 mg/l < 0,1 Hardheid °dH 4 – 8,5 Zwavelionen (S) niet meetbaar Natriumionen (Na mg/l < 100 IJzerionen (Fe...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Wezenlijke gevaren In de volgende paragraaf worden de restrisico’s genoemd die ook bij beoogd gebruik kunnen uitgaan van het apparaat. Neem de hier vermelde veiligheidsaanwijzingen en de veiligheidsaanwijzingen in de overige paragrafen van deze handleiding in acht om de risico’s van lichamelijk letsel en...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Verantwoordelijkheden van de exploitant Plichten van de exploitant Het apparaat wordt bedrijfsmatig ingezet. De exploitant van het apparaat is daarom gebonden aan de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de arbeidsveiligheid. Behalve de veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding moeten...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Eisen aan het personeel 2.6.1 Kwalificaties Voor alle werkzaamheden geldt dat alleen personen zijn toegelaten van wie te verwachten is dat zij de werkzaamheden betrouwbaar uitvoeren. Personen van wie het reactievermogen beïnvloed is, bijv. door drugs, alcohol of medicijnen, zijn niet toegelaten.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Opbouw en functie Overzicht Aansluitraam Plafondpaneel Onzichtbare vergrendelingen Luchtuitlaten Luchtinlaat Onzichtbare vergrendelingen Kenmerken...
Pagina 18
Dit verbindt het verlaagde Aansluitsectie voor maximale prestaties bij een warmtewisselaar plafond met de KaDeck Voor water: 2-pijps systeem Elektrische aansluitbox: de wateraansluitingen Plafondpaneel: (en elektra) zijn zodanig Condensaatpomp en...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Korte beschrijving De KaDeck is een decentraal apparaat voor het verwarmen, koelen en filteren van lucht, o.a. in hotels, kantoren en bedrijfsruimten. Dankzij de effectieve, zeer stille ventilator kan de persoonlijke, voor de gebruiker aangename temperatuur snel worden bereikt. Werkwijze Het middengedeelte van het plafondpaneel zuigt de secundaire lucht aan.
Regelingsaccessoires KaControl Ruimtebedieningsapparaat voor wandmontage, in hoog-waardig design, omkasting van kunststof, kleur vergelijkbaar met RAL 9010, royaal multifunctioneel lcd-display, geïntegreerde ruimtetemperatuursensor, KaController communicatie-interface met Kampmann-T-LAN- ruimtebedieningsapparaat bussysteem, automatisch schakelende led- Alle series 196003210001 met éénknopsbediening achtergrondverlichting, druk-draaiknop met eindeloze draai-/vergrendelfunctie, individueel aan te passen basisweergave, geïntegreerd dag-, nacht-...
Pagina 21
In een wandopbouwbehuizing gemonteerde en 196003232122 zonder BACnet aansluitklaar bedrade KaControl-regelelektronica incl. KaControl-bedieningseenheid voor het centraal regelen van Kampmann-producten via seriële buscommuni- Alle series catie (Modbus); voor het integreren van maximaal 24 KaControl-paneel SEL apparaten (Modbus-deelnemers) (naar keuze met max.
Verpakkingseenheden De grootte van de verpakking is afhankelijk van het geleverde apparaat: [mm] [mm] [mm] KaDeck voor tegen het plafond, eenzijdig uitblazend 1383 KaDeck voor tegen het plafond, tweezijdig uitblazend 1383 KaDeck voor verlaagd plafond, eenzijdig uitblazend 1453 KaDeck voor verlaagd plafond, tweezijdig uitblazend...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Transportinspectie Controleer de levering na ontvangst op volledigheid en transportschade. Ga bij van buiten herkenbare transportschade als volgt te werk: Neem de levering niet of alleen onder voorbehoud aan. Maak een aantekening van de omvang van de schade op de transportdocumenten of het afleveringsbewijs van de transporteur.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Opslag Opslag van verpakte goederen Sla verpakte goederen onder de volgende voorwaarden op: Bewaar ze niet in de openlucht. Sla ze droog en stofvrij op. Stel ze niet bloot aan agressieve media.
Te voorkomen zijn: belemmering van de vrije luchtcirculatie door lampen, inrichtingsvoorwerpen etc. belemmering bij de luchtverspreiding en luchtaanzuiging de aanwezigheid van elektronische apparaten onder de KaDeck...
Monteer primaire luchtaansluiting en sluit deze aan. (Uitvoering natte koeling) Montage in verlaagd plafond Bij een plafondconstructie met inlegplaten worden deze ruim rond de KaDeck verwijderd. Boorposities montage onder Bij een vast gipsplafond wordt een passende uitsnede volgens de bijstaande maten gemaakt.
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Feuchte und trockene Kühlungs-Ausführung Onderscheiding Bij de KaDeck-modellen zijn twee basisuitvoeringen te onderscheiden: de uitvoering met droge koeling en die met natte koeling. Apparaten met droge koeling mogen in geen geval op een...
Om de warmtewisselaar op de ventielen en de bouwzijdige buizen aan te sluiten, wordt aanbevolen accessoires van Kampmann te gebruiken. Bouwzijdige ventielen, slangen etc. moeten op de ruimtegesteldheid en de eisen van de KaDeck worden afgestemd. Om de wateraansluiting mogelijk te maken, moet de condensaatbak worden uitgenomen.
Pagina 29
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Draai de moer aan en controleer de juiste positie van de slangklem. Sluit de condensaatpomp aan. Controleer of de sluitstop , de slang en de ontluchting gemonteerd en voldoende bevestigd zijn.
Nein innen dampfdiffusionsdicht isoliert Druckverluste Primärluftstutzen Condensaatafvoer Een KaDeck in de uitvoering met natte koeling heeft KaDecks in der Ausführung feuchte Kühlung beinhalten zur Kondensatabfuhr eine eingebaute Kondensatpumpe mit voor de condensaatafvoer een ingebouwde KaDeck in der Ausführung feuchte Kühlung Falls es notwendig wird, das Kondensat höher...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding anungshinweise | Externe Frischluftversorgung Kampmann Technischer Katalog – KaDeck Externe verse luchttoevoer Primaire luchtaansluiting voor verse luchttoevoer De plafondcassettes kunnen worden uitgerust met een primaire Externe Frischluftversorgung luchtaansluiting. Dit maakt de toevoer van geconditioneerde verse Planungshinweise | Externe Frischluftversorgung Kampmann Technischer Katalog –...
Het apparaat mag alleen op vast gelegde leidingen worden aangesloten. Toepassingsgebieden U kunt KaDeck uitsluitend in binnenruimten (bijv. woon- en bedrijfsruimten, tentoonstellingsruimten etc.) gebruiken. U kunt het product niet in vochtige ruimten zoals zwembaden of buiten gebruiken.
Pagina 33
Breng zonder overleg met de fabrikant geen veranderingen aan en voer geen ombouw- of aanbouwwerkzaamheden aan de KaController of KaDeck uit, omdat dit de veiligheid en de werking kan schaden. Voer geen ingrepen aan het apparaat uit die niet in deze handleiding staan beschreven.
(bijv. afsluitbare schakelaar met een afstand tussen de contacten van min. 3 mm tot een nominale spanning van 480 V). In de aansluitschema’s van Kampmann staan geen veiligheidsmaatregelen vermeld. Hierin moet volgens VDE 0100 en de voorschriften van het verantwoordelijke energiebedrijf aanvullend worden voorzien bij de montage resp.
Als er een eventuele motorstoring optreedt, wordt de EC-ventilator gedeactiveerd en kan een potentiaalvrije stoormelding worden opgevraagd. De klokthermostaat 30456 maakt de bediening en temperatuurregeling mogelijk van de KaDeck in de uitvoering elektromechanisch 230 V. Afb.: Eenheid voor elektrische aansluiting Instelling van de ruimtetemperatuur via sensorgestuurde functietoetsen.
Pagina 36
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding...
Montage- en installatiehandleiding 6.10 Uitvoering KaControl De regelingsvariant KaControl biedt de mogelijkheid om KaDeck door middel van een separaat geleverd bedieningselement of een bouwzijdig gebouwbeheersysteem te regelen en te koppelen. Via DIP-schakelaars op de printplaat en via parameters die met het bedieningselement kunnen worden ingesteld, is een groot aantal instellingen en configuraties mogelijk.
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.1 Beoogd gebruik Kampmann KaController en KaControl-modules zijn in overeenstemming met de laatste technologische normen en erkende veiligheidsvoorschriften gebouwd. Toch kan bij gebruik gevaar voor personen of schade aan het apparaat of andere materiële zaken ontstaan als het apparaat niet vakkundig wordt gemonteerd en in gebruik wordt genomen of als het niet conform het beoogde gebruik wordt ingezet.
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2 Bediening KaController De KaController regelt het brede productaanbod van Kampmann-systemen. De KaController is voorzien van de meest actuele technologie en biedt de gebruiker de mogelijkheid om de klimaatregeling van gebouwen aan individuele behoeften aan te passen.
Pagina 40
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding De KaController wordt via de navigator en de functietoetsen bediend. De functies die via de navigator kunnen worden opgeroepen en ingesteld, zijn in beide uitvoeringsvarianten (met functietoetsen aan de zijkant, zonder functietoetsen aan de zijkant) identiek.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.1 Functietoetsen, weergeefelementen Display met LED-achtergrondverlichting ON/OFF-toets (afhankelijk van de instelling) – AAN/UIT (fabrieksinstelling) – Ecomodus/dagmodus TIMER-toets – tijd instellen – tijdschakelprogramma’s instellen ESC-toets – terug naar standaardweergave Navigator – wijziging van instellingen –...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.2 Besturing in- en uitschakelen Na het inschakelen van de besturing wordt op het display de standaardweergave met de actuele streefwaarde voor de ruimtetemperatuur en de ingestelde ventilatorstand weergegeven. Na de eerste ingebruikneming van de KaController wordt de tijd niet in de standaardweergave aangegeven (zie keuzemenu “Tijdinstelling”).
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.3 Temperatuurinstelling (absolute waarde) De gewenste temperatuurwaarde wordt vanuit de standaardweergave ingevoerd. Om de standaardweergave op te roepen, drukt u op de ESC-toets of bedient u de KaController niet gedurende 3 seconden.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.4 Temperatuurinstelling (relatieve waarde, comfortregeling actief) De gewenste temperatuurwaarde wordt vanuit de standaardweergave ingevoerd. Om de standaardweergave op te roepen, drukt u op de ESC-toets of bedient u de KaController niet gedurende 3 seconden.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.5 Ventilatorinstelling Om het keuzemenu “Ventilatorinstelling” op te roepen, drukt u op de VENTILATOR-toets (snelle toegang) of gebruikt u de navigator. Oproepen van het menu “Ventilatorinstelling” via de navigator: Navigator1 x...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.6 Tijdinstelling Om het keuzemenu “Tijdinstelling” op te roepen, drukt u 1 x op de TIMER-toets (snelle toegang) of gebruikt u de navigator. Oproepen van het menu “Tijdinstelling” via de navigator:...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.7 Tijdschakelprogramma’s (TSP) Tijdschakelprogramma’s (TSP) Met de KaController kunnen geprogrammeerde in- en uitschakeltijden via een tijdschakelprogramma (TSP) worden uitgevoerd, als ruimten alleen op bepaalde tijden van klimaatregeling moeten worden voorzien. In tegenstelling tot gewone thermostaatregelaars kunt u met de KaController niet slechts één in- en uitschakeltijd kiezen, maar twee in- en...
Pagina 48
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Om het keuzemenu “Tijdschakelprogramma’s” op te roepen, drukt u 2 x op de TIMER-toets (snelle toegang) of gebruikt u de navigator. Oproepen van het menu “Tijdschakelprogramma’s” via de navigator: Navigator1 x...
Pagina 49
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Actie 4: Door aan de navigator te draaien stelt u de gewenste uitschakeltijd in. Na het instellen van de minuten wordt de ingestelde uitschakeltijd overgenomen door op de navigator te drukken en wordt het TSP- startscherm opgeroepen (actie 1).
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.8 Wissen van alle tijdschakelprogramma’s en de tijd Wissen van alle tijdschakelprogramma’s en de tijd Voor het wissen van alle tijdschakelprogramma’s en de tijd moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: 1. De KaController moet worden uitgeschakeld door op de ON/OFF-toets te drukken min.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.10.2.9 Omschakeling bedrijfsmodi Koelen/Verwarmen Om het keuzemenu “Bedrijfsmodi” op te roepen, drukt u op de MODE- toets (snelle toegang) of gebruikt u de navigator. Oproepen van het menu “Bedrijfsmodi” via de navigator:...
De alarmmeldingen worden naar prioriteit op het display weergegeven. In geval van alarm noteert u de alarmmelding en neemt u voor het snel verhelpen van de storing contact op met het verantwoordelijke personeel (installatiebeheerder of installateur/onderhoudstechnicus). Alarmtabel KaDeck Code Alarm Prioriteit Regelsensor defect...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.12 Montage KaController Montage/demontage Elektrische aansluiting Sluit de KaController volgens het schakelschema aan op het dichtstbijzijnde KaControl-apparaat. De maximale buslengte tussen KaController en KaControl-apparaat bedraagt 30 m. Door het aansluiten van een KaController wordt het betreffende KaControl-apparaat automatisch masterapparaat in de regelkring.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.13 Fehlerbeschreibung A11 – A17 De stoormeldingen van een slaveapparaat worden niet op de KaController weergegeven. Op de KaController wordt uitsluitend de stoormelding van het masterapparaat weergegeven. A11 Regelsensor defect De ruimtetemperatuur wordt via de geselecteerde regelsensor geregeld, dat betekent afhankelijk van de DIP-schakelaarstand dat de ext.
Pagina 55
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding A14 Condensaatalarm Het condensaatalarm van een apparaat met KaControl-regeling wordt op de KaController via de melding “A14” weergegeven. Het apparaat met een actief condensaatalarm sluit automatisch alle ventielen. Nadat een condensaatalarm is opgetreden, controleert u de correcte werking van de condensaatpomp en het waterpeil in de condensaatbak.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.14 Leidingen aanleggen 6.14.1 Algemene aanwijzingen Alle laagspanningsleidingen dienen langs de kortste weg te worden aangelegd. Er dient, bijv. door metalen afscheidingspanelen op kabelplatforms, te worden gewaarborgd dat laagspannings- en sterkstroomleiding ruimtelijk van elkaar gescheiden zijn.
Alle KaControl-apparaten beschikken over multifunctionele ingangen waaraan bij de ingebruikneming verschillende functies kunnen worden toegewezen. Af fabriek is bij alle KaDeck-apparaten met KaControl-regeling een temperatuursensor voor het meten van de luchtaanzuigtemperatuur resp. de ruimtetemperatuur geïnstalleerd. Af fabriek is de interne sensor als interne ruimtetemperatuursensor...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.15 Adressering – éénkringsregelingen KaControl-apparaten in éénkringsregelingen met maximaal 6 apparaten hoeven niet te worden geadresseerd. De definitie masterapparaat/slaveapparaat heeft automatisch plaats door het aansluiten van de KaController. Door het aansluiten van een KaController wordt het betreffende KaControl-apparaat automatisch masterapparaat in de regelkring.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.16 Instelling apparaatuitvoering door middel van DIP-schakelaars De apparaatuitvoering van ieder KaControl-apparaat wordt door middel van de DIP-schakelaars op de regelprintplaat ingesteld. Nadat de DIP-schakelaars zijn ingesteld, zijn alle nodige basisfuncties van een apparaatuitvoering geparametreerd en is het KaControl-apparaat direct operationeel.
Pagina 60
Als alternatief kan de omschakeling koelen/verwarmen ook via een extern schakelcontact worden uitgevoerd. Hiertoe moet DIP-schakelaar nr. 4 = ON worden ingesteld. De KaDeck is als 2-pijpsapparaat ontworpen en de DIP-schakelaar op ON ingesteld. Fabrieksinstelling: DIP4 = ON DIP-schakelaar nr. 5 DIP-schakelaar nr.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.17 Parameterinstellingen Speciale systeemeisen kunnen via parameterinstellingen in het servicemenu worden geconfigureerd. Speciale systeemeisen kunnen zijn: weergave op het display: ruimtetemperatuur of streeftemperatuur blokkeren van bedieningsfuncties instelling van de streeftemperatuur absoluut of ±3 K...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.17.1 Instelling van de streeftemperatuur absoluut of ± 3K Parameter P36 Voor bijv. kantoor- of hoteltoepassingen kan het noodzakelijk zijn dat de exploitant van de installatie een basisstreefwaarde opgeeft. De gebruiker kan alleen de streeftemperatuur met ±3 K wijzigen om een afwijkende...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.17.2 Functie ON/OFF, Eco/Dag Parameter P38 De functie van de ON/OFF-toets en de tijdschakelprogramma’s wordt via de parameter P38 opgegeven. Via de ON/OFF-toets en de tijdschakelprogramma’s kan het apparaat worden in- en uitgeschakeld of tussen eco- en dagmodus worden geschakeld.
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.17.3 Functie DI2 Bij een KaDeck is de digitale ingang DI2 via een af fabriek geplaatste elektrische brug met GND verbonden. Zodoende is KaDeck vooringesteld als koelapparaat. Voor het uitvoeren van bepaalde functies dient in de eerste plaats de digitale ingang DI1 te worden gebruikt.
De functie van digitale uitgang V1 is vast toegewezen. De functie van digitale uitgang V2 kan via parameters worden geconfigureerd. Digitale uitgang V2 De KaDeck is uitsluitend als 2-pijps apparaat ontwikkeld. Zodoende kunnen andere functies aan de uitgang V2 worden toegewezen. De digitale uitgang V2 kan via de parameter P39 worden geconfigureerd. Functie...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.17.5 Functie multifunctionele ingangen AI1, AI2, AI3 De functie van de multifunctionele ingangen AI1, AI2 en AI3 kan via parameterinstellingen worden geconfigureerd. Functie AI1 – parameter P15 Via de parameter P15 wordt de functie van multifunctionele ingang AI1 ingesteld.
Pagina 67
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Functie AI2 – parameter P16 Via de parameter P16 wordt de functie van multifunctionele ingang AI2 ingesteld. De multifunctionele ingang AI2 kan uitsluitend via de parameter P16 worden ingesteld, als DIP-schakelaar nr. 3 op OFF staat! Het instellen van de DIP-schakelaars staat beschreven in paragraaf 10.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.18 Functietest van de aangesloten componenten De KaController biedt de mogelijkheid om de functie van de aangesloten externe apparaten onafhankelijk van de softwaretoepassing te testen. De functie van afzonderlijke modules zoals van de EC-ventilator kan via invoer op de KaController direct worden geactiveerd en getest.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.19 Parameterlijst regelprintplaat Standaard- Parameter Functie parameter Eenheid KaDeck (rev. 1.19) P000 Softwareversie P001 °C Basisstreefwaarde voor de streefwaarde-instelling ±3 K P002 In- en uitschakelhysterese ventielen K/10 P003 Neutrale zone in 4-pijps systeem (alleen in de automatische modus)
Pagina 70
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Standaard- Parameter Functie parameter Eenheid KaDeck (rev. 1.19) P044 Functie digitale ingang DI2 P045 Drempelspanning voor potentiometer die het apparaat inschakelt kOhm P046 Temperatuurinstelling komt overeen met de minimale weerstandswaarde = 10 kilo-ohm in de potentiometer °C...
Pagina 71
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Standaard- Parameter Functie parameter Eenheid KaDeck (rev. 1.19) P088 Dependence of idronic algorithms Slave 8 P089 Dependence of idronic algorithms Slave 9 P090 Dependence of idronic algorithms Slave 10 P091 Laden van de standaardwaarden (default)
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 6.20 Parameters KaController 6.20.1 Algemeen Via parameterinstellingen in de KaController kunnen speciale wensen van de gebruiker worden geactiveerd en gedeactiveerd. Via parameters kunnen bijv. de op de KaController instelbare minimale en maximale streeftemperatuur worden ingesteld.
3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Bediening en ingebruikneming AANWIJZING! Informatie over de bediening via de Kampmann- ruimtethermostaat is te vinden in de speciale handleiding. Controle voor ingebruikneming GEVAAR! Controleer voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, of aan alle randvoorwaarden is voldaan om het apparaat veilig en zoals beoogd te laten functioneren.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Controleer of de condensaatpomp bij een bepaalde waterstand wordt ingeschakeld, of het water wordt afgevoerd en de pomp daarna weer uitschakelt. Controleer of bij overschrijding van het max. waterstand in de condensaatbak het koelventiel wordt uitgeschakeld.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Inschakelen Schakel de netspanning in. Neem het apparaat via de aangesloten regeleenheid in bedrijf. Test de ventilatorstanden door de standenschakelaar om te schakelen. Controleer de werking van de verwarmings- resp. koelventielen door de streefwaarde voor de ruimtetemperatuur te wijzigen.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Beveiligen tegen opnieuw inschakelen Schakel het apparaat uit. Schakel de energievoorziening uit. Voorzie de stroomonderbreker van het stroomnet van een plaatje dat wijst op de werkzaamheden in de gevarenzone en inschakelen verbiedt. Voorzie het plaatje...
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Onderhoudswerkzaamheden Personeel: technisch beheerder/gebruiker Veiligheidsuitrusting: veiligheidshandschoenen veiligheidsbril lichte adembescherming De volgende veiligheidsaanwijzingen zijn van toepassing op alle relevante onderhoudswerkzaamheden. PAS OP! Letselgevaar door scherpe omkastingsplaten! De inwendige omkastingsplaten hebben voor een deel scherpe randen.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 8.3.1 Filter reinigen Schakel het apparaat uit voordat u het aanzuigdeksel opent! Open het aanzuigdeksel tot de borghaak vergrendelt. Druk de borghaak naar de binnenzijde van het apparaat en laat het aanzuigdeksel zakken.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 8.3.2 Reinigingswerkzaamheden/visuele controles Open het aanzuigdeksel zoals in 8.3.1 beschreven. (optioneel) Voor de reiniging van het aanzuigdeksel kan het ook helemaal worden uitgenomen; verwijder hiertoe de borgpennen in de scharnieren. Schuif de borgpennen na de reiniging van het deksel weer in zoals in de afbeelding weergegeven en borg ze met een borgring.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 8.3.3 Aanvullende reinigingswerkzaamheden bij de uitvoering met natte koeling Bij de uitvoering met natte koeling zijn naast de stappen die in paragraaf 8.3.2 staan vermeld, ook de reiniging van de condensaatbak en de controle van de condensaatpomp, van de vlotterschakelaar en de afvoeraansluiting (incl.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Storingen In dit hoofdstuk staan mogelijke oorzaken van storingen en de uit te voeren werkzaamheden voor het verhelpen ervan beschreven. Kort de onderhoudsintervallen in volgens de daadwerkelijke belasting, als er meer storingen optreden.
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Storingentabel Alleen hiertoe gemachtigd geschoold personeel mag bedrijfsstoringen verhelpen! De tabel hieronder toont enkele mogelijke storingen en maatregelen om deze te verhelpen: Storing Mogelijke oorzaak Maatregelen Personeel Apparaat uitgeschakeld Apparaat via de regeling inschakelen Netspanning controleren en evt.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 10 Demontage en afvoer Nadat het gebruikseinde van het apparaat is bereikt, moet het apparaat worden gedemonteerd en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd. 10.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de demontage en afvoer...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 10.3 Afvoer Voor zover geen terugname- of afvoerovereenkomst is gesloten, moeten gedemonteerde onderdelen voor hergebruik worden afgevoerd: Verwerk metalen tot schroot. Voer kunststofelementen af voor recycling. Voer overige componenten op materiaalsoort gesorteerd af.
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding 12 Verklaring van overeenstemming Information requirements for fan coils according to regulation (EU) No 2016/2281 Informationsanforderungen für Fan Coils gemäß Verordnung (EU) Nr. 2016/2281 KaDeck heating and cooling heizen und kühlen...
3.26 KaDeck Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding EU-Konformitätserklärung EU Declaration of Conformity Déclaration de Conformité CE Deklaracja zgodności CE EU prohlášení o konformite KAMPMANN Wir (Name des Anbieters, Anschrift): GMBH & Co. KG Friedrich-Ebert-Str. 128-130 We (Supplier’s Name, Address):...
Pagina 91
KaDeck 3.26 Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen. Montage- en installatiehandleiding Gemäß den Bestimmungen der Richtlinien: Following the provisions of Directive: Conformément aux dispositions de Directive: Zgodnie z postanowieniami Dyrektywy: Odpovídající ustanovení směrnic: 2014/30/EU EMV-Richtlinie 2014/35/EU Niederspannungsrichtlinie Hendrik Kampmann Lingen (Ems), den 01.09.2020...
Pagina 92
Kampmann.nl/KaDeck Kampmann GmbH & Co. KG Vertegenwoordiging BeNeLux-France Vertegenwoordiging Nederland Nassauplein 30 Friedrich-Ebert-Str. 128 - 130 Godsheidestraat 1 49811 Lingen (Ems) 3600 Genk 2585 EC Den Haag Germany België Nederland +49 591 7108-660 + 32 113 784 67 + 31 70311 4174...