3.26
KaDeck
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Montage- en installatiehandleiding
2
Veiligheid
2.1
Beoogd gebruik
2.2 Bedrijfs- en toepassingsbeperkingen
6
Deze paragraaf geeft een overzicht van alle belangrijke
veiligheidsaspecten voor de bescherming van personen en voor
een veilig en storingsvrij gebruik. Andere veiligheidsinstructies
met betrekking tot taken zijn beschreven in de paragrafen over
de afzonderlijke levensfasen.
De apparaten dienen uitsluitend voor het verwarmen en
koelen van lucht in vorstvrije en droge ruimten. Het apparaat
moet binnen de te behandelen ruimte op het door de klant
bouwzijdige verwarmings-/koel-/ventilatiesysteem en het
door de klant bouwzijdige afvalwaternet en stroomnet
worden aangesloten.
Bij een beoogd gebruik hoort ook de inachtneming van alle
gegevens in deze handleiding.
Leder gebruik dat uitgebreider of anders is dan het beoogd
gebruik, geldt als verkeerd gebruik.
Bedrijfsbeperkingen
Watertemperatuur min./max.
Luchtaanzuigtemperatuur min./max.
Luchtvochtigheid min./max.
Werkdruk max.
Glycolaandeel min./max.
Relatieve luchtvochtigheid max.
Ter bescherming van de apparaten wordt voor de
eigenschappen van het te gebruiken medium verwezen naar
VDI-2035 blad 1 & 2, NEN-EN 14336 en NEN-EN 14868. De
volgende waarden dienen aanvullend ter oriëntatie.
Het gebruikte water moet vrij van verontreinigingen zoals
zwevende en reactieve stoffen zijn.
°C
5 – 80
°C
15 – 40
%
15 – 75
bar
8
%
25 – 50
60% bij 27 °C
omgevingstemperatuur