7.3
Inschakelen
8
Onderhoud
8.1
Beveiligen tegen opnieuw inschakelen
Flexibele klimaatregeling voor kantoorgebouwen.
Schakel de netspanning in.
Neem het apparaat via de aangesloten regeleenheid in
bedrijf.
Test de ventilatorstanden door de standenschakelaar om te
schakelen.
Controleer de werking van de verwarmings- resp.
koelventielen door de streefwaarde voor de
ruimtetemperatuur te wijzigen. Hierbij moet rekening worden
gehouden met de reactietijd die per thermostaat verschilt.
Doe water in de condensaatbak – de pomp moet automatisch
in- en weer uitschakelen.
Als het aanzuigen begint, kunnen luide
aanzuiggeluiden te horen zijn!
Test van het condensaatalarm: Vul water bij tot de extern
aangesloten voorziening (waarschuwing, uitschakelsysteem)
wordt geactiveerd.
WAARSCHUWING!
Levensgevaar door onbevoegd of ongecontroleerd
opnieuw inschakelen!
Onbevoegd of ongecontroleerd opnieuw
inschakelen van het apparaat kan tot zwaar letsel
of zelfs de dood leiden.
Waarborg voordat opnieuw wordt ingeschakeld
dat alle veiligheidsvoorzieningen zijn
gemonteerd en goed functioneren en dat er
geen gevaar voor personen bestaat.
Neem altijd de hierna beschreven procedure
voor het beveiligen tegen opnieuw inschakelen
in acht.
KaDeck
Montage- en installatiehandleiding
3.26
79