Rijmodus
6
Selectie
92
Om de motorfiets aan het weer,
de toestand van de weg en rijstijl
te kunnen aanpassen, kan uit drie
rijmodi worden gekozen:
RAIN
ROAD
DYNAMIC
Elke rijmodus beïnvloedt het ge-
drag van de motorfiets op ver-
schillende manieren. In elke mo-
dus kan de DTC uitgeschakeld
worden; de volgende verklarin-
z
gen hebben betrekking op het
ingeschakelde systeem. De laatst
geselecteerde rijstand wordt na
het uit- en inschakelen van het
contact automatisch weer geacti-
veerd.
In principe geldt: Hoe sportiever
de geselecteerde modus, hoe di-
recter meer motorvermogen kan
worden opgeroepen. Tegelijker-
tijd wordt de ondersteuning van
de berijder door de DTC steeds
meer beperkt.
Bedenk daarom bij de selectie
van de rijmodus: Hoe sportiever
de afstelling, hoe hoger de eisen
aan de berijder!
RAIN
Het volledige motorvermogen
wordt niet ter beschikking ge-
steld. De vermogenstoename bij
bediening van de gashendel is
terughoudend, het aanspreekge-
drag van de motor is overeen-
komstig zacht.
Het DTC-systeem grijpt zo vroeg
in, dat een doordraaiend achter-
wiel vermeden wordt. De motor-
fiets blijft op wegdek met hoge
tot gemiddelde wrijvingswaarde
(droog en nat asfalt tot droge
kinderkopjes) zeer stabiel, alleen
op glad wegdek (nat bitumen of
natte kinderkopjes) zijn bewegin-
gen van de achterkant duidelijk
voelbaar.
ROAD
In deze modus staat het volledige
motorvermogen ter beschikking.
De vermogenstoename bij bedie-
ning van de gashendel is groter
dan in de RAIN-modus, het aan-
spreekgedrag van de motor is
directer.
De ingreep van het DTC-sys-
teem volt later dan in de RAIN-
modus. De motorfiets blijft op
wegdek met hoge tot gemid-
delde wrijvingswaarde (droog en
nat asfalt tot droge kinderkopjes)
stabiel. Er zijn lichte driftbewe-
gingen bij het achterwiel waar-
neembaar. Op glad wegdek (nat
bitumen of natte kinderkopjes)
zijn bewegingen van de achter-
kant duidelijk voelbaar.
DYNAMIC
De DYNAMIC-modus is de
meest sportieve modus.
Motorvermogen en vermogens-
toename komen overeen met