Er kunnen drie beladingstoestan-
den worden ingesteld. Voor elk
ervan zijn drie dempingskarakte-
ristieken beschikbaar.
Op het displayveld 1 wordt de
actuele instelling weergegeven.
Lees pagina (
98)voor meer
informatie over elektronische
demperinstelling ESA II.
Rijwielgedeelte instellen
Motor starten.
De demping kan tijdens het
rijden worden ingesteld.
ESA
Menu
oproepen.
De instelmogelijkheden voor de
demping worden weergegeven.
Comfort
: comfortabele mo-
dus
Normaal
: normale modus
Sport
: sportieve modus
Gewenste demping selecteren
of cursor naar beneden be-
wegen, om de belading in te
stellen.
De beladingstoestand kan
niet tijdens de rit worden
ingesteld.
De instelmogelijkheden voor de
belading worden weergegeven.
Solo
Solo met bagage
Met passagier (en bagage)
Gewenste beladingstoestand
selecteren.
Het rijwielgedeelte wordt over-
eenkomstig de selectie inge-
steld, de ESA-weergave aan de
nieuwe instelling aangepast.
Tijdens de instelprocedure
4
69
z