Noodstopschakelaar
4
56
1
Noodstopschakelaar
z
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens het
rijden kan een blokkerend ach-
terwiel en daardoor een val tot
gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit tij-
dens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
a
Motor uitgeschakeld
b
Bedrijfsstand
Handvatverwarming
Handvatverwarming
bedienen
Motor starten.
De handvatverwarming is
alleen bij draaiende motor
mogelijk.
Handvatverw.
Menu
roepen.
De handvatten kunnen in vijf
standen worden verwarmd. De
vijfde stand dient voor het snel
verwarmen van de handgre-
pen, vervolgens moet een lagere
stand worden ingeschakeld.
Gewenste verwarmingsstand
selecteren.
op-