Motorstoring
3
Het motorsymbool brandt.
34
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd.
De motor draait in de nood-
loopfunctie. Het rijgedrag
kan abnormaal worden.
Rijstijl aanpassen. Sterke ac-
celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
z
Als u verder rijdt moet u re-
kening houden met het onge-
bruikelijke gedrag van de motor
(weinig vermogen, slechte re-
actie, abrupt afslaan e.d.)
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Belangrijke motorstoring
Het motorsymbool knippert.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
belangrijke storing geregistreerd.
Er is een motorstoring her-
kend, die tot ernstige ge-
volgstoring leiden kan.
Rijstijl aanpassen. Langzaam rij-
den, accelereren en inhaalma-
noeuvres vermijden.
Indien mogelijk, motorfiets laten
ophalen.
Als u verder rijdt moet u re-
kening houden met het onge-
bruikelijke gedrag van de motor
(weinig vermogen, slechte re-
actie, abrupt afslaan e.d.)
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Motoroliepeil te laag
Het oliekansymbool wordt
weergegeven.
Mogelijke oorzaak:
De elektronische oliepeilsensor
heeft een te laag oliepeil gecon-
stateerd. Bij de volgende tank-
pauze het motoroliepeil met de
oliepeilstaaf controleren:
Motoroliepeil controleren
(
116).
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen (
Acculaadstroom
onvoldoende
Algemeen waarschuwings-
lampje brandt rood.
Het accusymbool wordt
weergegeven.
Een ontladen accu leidt tot
uitval van verschillende sys-
temen, bijv. verlichting, motor of
118).