tuur in bedrijf. Circa 15 minu-
ten na het uitschakelen van het
contact en/of tijdens het starten
wordt de boordcontactdoos uit-
geschakeld om het boordnet te
ontlasten.
Ligging van de bedrading
De draden van de contactdoos
naar het accessoire moeten zo
worden aangebracht dat ze
de berijder niet hinderen
de stuuruitslag en de rijeigen-
schappen niet beperken of hin-
deren
niet ingeklemd kunnen worden
Ondeskundig aangebrachte
bedrading kan de berijder in
zijn bewegingsvrijheid hinderen.
Bedrading aanbrengen zoals hier-
boven beschreven.
Bagage
Correct beladen
Overbelading en ongelijk-
matige belading kan de rij-
stabiliteit van de motorfiets beïn-
vloeden.
Het maximaal toelaatbaar totaal-
gewicht niet overschrijden en de
aanwijzingen voor het beladen in
acht nemen.
Instelling van veervoorspanning,
demping en bandenspanning
aanpassen aan het totaalge-
wicht.
Let erop dat de koffers links en
rechts hetzelfde volume heb-
ben.
Zorg voor een gelijkmatige ge-
wichtsverdeling links/rechts.
Zware bagagestukken zo ver
mogelijk naar onder en naar
binnen aanbrengen.
Maximale belading van de kof-
fers en overeenkomstige maxi-
male snelheid in acht nemen.
Maximale belading van
de koffers
OA
met koffer
≤10 kg
Maximumsnelheid voor
het rijden met koffers
OA
met koffer
≤180 km/h
Maximale belading van de Top-
case en overeenkomstige maxi-
male snelheid in acht nemen.
Maximale belading van
de topcase
OA
met topcase
≤5 kg
7
97
z