Door contact tussen de
8
pooltangen van de start-
kabels en de motorfiets kan kort-
130
sluiting ontstaan.
Alleen startkabels met volledig
geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een hogere
spanning dan 12 V kan tot
schade aan de boordelektronica
leiden.
De accu van het stroomleverende
z
voertuig moet een spanning van
12 V hebben.
Bij de volgende werkzaam-
heden kan een onveilig ge-
plaatste motorfiets omvallen.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
De berijders-buddyseat verwij-
deren (
71)
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
Beschermkap van de pluspool
verwijderen.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ontladen
accu en daarna op de pluspool
van de hulpaccu aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op de
minpool van de hulpaccu en
daarna op de minpool van de
ontladen accu aansluiten.
Als alternatief voor de ac-
cumassapool kan ook de
bout van het veerelement worden
gebruikt.
De motor van de stroomle-
verende motorfiets tijdens de
starthulp laten draaien.
De motorfiets met de ontladen
accu normaal starten. Bij het
mislukken van de startpoging,
ter bescherming van de start-
motor en de hulpaccu, pas na
enkele minuten weer een nieu-
we startpoging ondernemen.
Beide motoren enkele minuten
laten draaien, voordat de hulp-
startkabels worden losgemaakt.
Maak de hulpstartkabels eerst
los van de minpool en vervol-
gens van de pluspool.
Beschermkap weer op de ac-
cupluspool aanbrengen.
Geen startspray of derge-
lijke hulpmiddelen voor het
starten van de motor gebruiken.
De berijders-buddyseat aan-
brengen (
72)
Accu
Onderhoudsaanwijzingen
Vakkundig onderhoud, lading en
opslag verlengen de levensduur
van de accu en zijn een voor-
waarde voor eventuele garantie-
claims.
Om een lange levensduur van
de accu te bereiken, moeten de