Om de veervoorspanning te
verlagen, de veerschotel 1 in
de richting a draaien.
Om de veervoorspanning te
verhogen, veerschotel in de
richting b draaien.
Veervoorspanning voor-
wiel
zonder Electronic Suspensi-
SU
on Adjustment (ESA)
Veervoorspanning op stand
2 (Bij gebruik op de openba-
re weg)
Veervoorspanning voor-
wiel
Veervoorspanning op stand
3 (Voor gebruik op grindpa-
den o.i.d. en belading)
Veervoorspanning op stand
5 (Bij gebruik in het terrein)
Instelling aan het
achterwiel
De veervoorspanning van het
achterwiel moet aan de belading
van de motorfiets worden aan-
gepast. Een verhoging van de
belading vereist een verhoging
van de veervoorspanning, min-
der gewicht een overeenkomstig
lagere veervoorspanning.
Veervoorspanning
achterwiel instellen
Niet-optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoorspan-
ning aanpassen.
Het instellen van de veer-
voorspanning tijdens het
rijden kan tot ongevallen leiden.
De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Om de veervoorspanning te
verhogen, handwiel 1 in de
4
65
z