BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING
OPMERKING: Net als bij andere voer-
tuigen op wielen verschuift het ge-
wicht bij het remmen naar de voorwie-
len. Om efficiënter te kunnen stop-
pen, verdeelt het remsysteem meer
remkracht naar de voorwielen. Dit
beïnvloedt het rijgedrag en de bestu-
ring van het voertuig wanneer u bruusk
remt. Houd hier rekening mee bij het
remmen.
TYPISCH
1. Remhendel
2. Om te remmen
4) Parkeerrem
Als dit is vergrendeld kan het voer-
tuig niet bewegen. Handig om de rem
te vergrendelen, bijvoorbeeld in een
scherpe bocht, tijdens het transport of
wanneer u het voertuig niet gebruikt.
WAARSCHUWING
Schakel de parkeerrem altijd in en
zet de schakelhendel in de PAR-
KEER-stand wanneer u niet met
uw voertuig rijdt.
Om het mechanisme te activeren:
Druk de remhendel in en houd hem
vast terwijl u het slot verzet. De rem-
hendel is nu ingedrukt en alle remmen
worden geactiveerd.
______________
78
TYPISCH
1. Remhendelslot
2. Indrukken om de parkeerrem te activeren
Om het mechanisme te ontgrende-
len: Druk de remhendel in. De ver-
grendeling moet automatisch terugke-
ren naar zijn oorspronkelijke stand. De
remhendel moet terugkeren naar zijn
ruststand. Ontgrendel de parkeerrem
altijd voor u gaat rijden.
Zet de parkeerrem hele-
MERK OP
maal af voordat u met uw voertuig
gaat rijden. Wanneer de remmen
tijdens het rijden slepen door een
aanhoudende druk op de hendel,
kan dit leiden tot beschadiging van
het remsysteem, een afname van
het remvermogen en/of brand.
5) Schakelhendel
Een hendel met 5 standen: P, R, N, H
en L.
Om te schakelen moet u het voertuig
helemaal stoppen en vervolgens de
hendel in de gewenste stand zetten.
Forceer de hendel niet. Kunt u niet
schakelen, schommel het voertuig dan
heen en weer om de tandwielen in de
transmissie te bewegen en probeer
het opnieuw.