RIJDEN MET UW VOERTUIG
lator enz.) te verwijderen. Natte sneeuw zal immers aanvriezen tot ijs zodra de
motor is afgezet en zal moeilijker te verwijderen zijn bij de volgende inspectie voor
het vertrek.
Rijtechnieken
Wanneer u sneller rijdt dan de omstandigheden toelaten, kunt u verwondingen op-
lopen. Geef maar net genoeg gas om veilig vooruit te komen. Uit statistieken blijkt
dat snel genomen bochten vaak tot ongelukken en verwondingen leiden. Vergeet
nooit dat dit voertuig zwaar is! Als hij met zijn volle gewicht op u valt kunt u makke-
lijk gekneld raken.
Dit voertuig dient niet om te springen en is, net als u, niet in staat om de energie
van een zware schok op te vangen. Als u op twee wielen probeert te rijden kan uw
voertuig kantelen en op u terechtkomen. Deze beide stunts zijn erg gevaarlijk voor
u en uw passagier (2-UP-modellen) en moeten tot elke prijs worden vermeden.
Om uw voertuig goed onder controle te houden, dient u uw beide handen aan het
stuur te houden, waar u alle bedieningselementen binnen handbereik heeft. Dit
geldt ook voor uw voeten. Om het gevaar voor verwonding van benen of voeten
tot een minimum te beperken, moet u uw voeten altijd op de voetsteunen zetten.
Draai uw tenen niet naar buiten en steek uw voet niet uit in de bochten, om te
voorkomen dat hij zou blijven haken aan obstakels of in contact komen met de
wielen. Uw passagier op een 2-UP-model moet altijd de handgrepen vasthouden
en zijn voeten op de voetsteunen plaatsen.
Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op
uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor-
zaken. Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de
schokken op met uw gebogen benen.
________
_______
57
VEILIGHEIDSINFORMATIE