Maak de voorfilter (schuim) als volgt
schoon:
1. Giet wasmiddel (Stuknr. 219 700
341) of iets gelijkwaardigs in een
emmer.
2. Leg de voorfilter enkele minuten te
weken.
3. Spoel de voorfilter met warm water
tot de reinigingsoplossing helemaal
is verdwenen.
4. Laat de voorfilter volledig drogen.
Maak de filter (schijf) als volgt schoon:
1. Blaas de filter schoon met perslucht
onder lage druk.
Was de filter (schijf) niet
MERK OP
zonder wasmiddel.
Maak de ACS-luchtfilter als volgt
schoon:
1. Koppel de compressorinlaatslang
als volgt los van de luchtdooskoppe-
ling:
1.1 Druk de koppelingsring naar
de koppeling toe.
1.2 Houd de ring op zijn plaats.
1.3 Trek aan de inlaatslang.
vmo2010-004-301_a
1. Luchtfilterdoos
2. Compressorinlaatslang
3. Koppelingsring
4. Aansluiting
2. Maak het ACS-luchtfilterhuis bin-
nenin schoon.
3. Sluit de compressorinlaatslang aan
op de luchtdooskoppeling.
OPMERKING: Koppel de compres-
sorinlaatslang altijd los van de lucht-
dooskoppeling voordat u het filterhuis
schoonmaakt, zodat er geen vuil in de
slang kan terechtkomen.
MERK OP
volledig in de koppeling is geduwd
zodat ze niet kan loskomen.
Plaats de luchtfilter terug op het voer-
tuig in de omgekeerde volgorde als
voor de verwijdering.
ACS-slangen en
-koppelingen
Inspectie van ACS-slangen en
-koppelingen
Controleer de schokdemperslangen
achteraan op beschadigingen.
Controleer de schokdemperkoppelin-
gen achteraan op beschadigingen.
Controleer slangen en koppelingen op
luchtlekken.
Remvloeistof
Remvloeistofpeil
Controleer het vloeistofpeil in de reser-
voirs terwijl het voertuig op een vlak
oppervlak staat. Dit moet overal boven
het MIN. merkteken liggen.
Vul zoveel vloeistof bij als nodig. Nooit
te veel bijvullen.
Reinig de vuldop voordat u deze verwij-
dert.
______________
ONDERHOUDSPROCEDURES
Zorg dat de inlaatslang
139