21. Kopiëren - Basis
6.
Start: De toets Start indrukken om een kopieeropdracht te starten.
7.
Aantaltoetsen
•
•
8.
Afsluiten: De toets Afsluiten indrukken om terug te keren naar het
vorige scherm.
9.
Selecteren: De toets Selecteren indrukken om kopieerinstellingen
anders dan de standaardinstellingen op te slaan.
10. Pijltoetsen: De pijltoetsen gebruiken om een optie voor een toepassing
in het kopieerscherm te markeren.
11. Geavanceerde toepassingen: De toets Geavanceerde toepassingen
indrukken om het scherm met geavanceerde toepassingen te openen. In
dit scherm kunt u de afleveringslocatie en de opties voor Wissen, 2-
zijdig en 2-op-1 specificeren.
12. Kwaliteitsaanpassing: De toets Kwaliteitsaanpassing indrukken om het
kwaliteitsaanpassingsscherm te openen en de scherpte en het
kleurniveau van de kopieën te wijzigen.
13. Knop Contrast: De draaiknop Contrast gebruiken om het scherm lichter
of donkerder te maken.
14. Pijltoetsen Papier: De pijltoetsen Papier gebruiken om de gewenste
papierlade te selecteren.
15. Pijltoetsen Zoom: De pijltoetsen Zoom gebruiken om het gewenste
vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren.
16. Pijltoetsen Verkleinen/vergroten: De pijltoetsen Verkleinen/vergroten
gebruiken om een van de voorinstellingen voor Verkleinen of Vergroten
te selecteren.
17. Lampjes Verkleinen/vergroten: Wanneer een optie wordt
geselecteerd, brandt het groende lampje ernaast.
18. Lampjes Papier: Wanneer een lade is geselecteerd, brandt het groene
lampje ernaast.
19. Toets kleurmode: Deze toets gebruiken voor toegang tot de opties voor
kleurmode.
20. Toets Lichter/donkerder: De toets Lichter/donkerder indrukken om het
zwartingsscherm te openen en het zwartingsniveau van de kopieën aan
te passen.
U kunt meer informatie over de hier in het kort beschreven toepassingen
vinden in het hoofdstuk Kopieertoepassingen. Meer informatie over de optie
Hulpprogramma's vindt u in het hoofdstuk Mode Hulpprogramma's.
21–2
De toetsen 1 t/m 9 gebruiken om het gewenste aantal te
selecteren, toegangscodes in te voeren en bepaalde functies in te
stellen.
De toets C gebruiken om het aantal terug te zetten op 1 of onjuiste
numerieke instellingen te wissen.
Xerox DocuColor 2006