Download Print deze pagina

Xerox DocuColor 2006 Handleiding pagina 191

Advertenties

9.
Start, Instellingen en Printers selecteren.
10. Met de rechter muisknop op het pictogram van de DocuColor
2006 klikken en Eigenschappen selecteren.
11. Het tabblad Details selecteren en op de toets Poort toevoegen
klikken om het dialoogvenster Poort toevoegen te laten
verschijnen.
12. Het netwerkpad specificeren of de toets Bladeren selecteren om
de netwerkomgeving te tonen.
Voor NetWare-fileservers, dubbelklikken op het pictogram van de
server die wordt gebruikt voor afdrukken naar DocuColor 2006.
Indien u niet zeker weet welke server u dient te gebruiken,
contact opnemen met de systeembeheerder.
13. Het printerpictogram selecteren dat is gemarkeerd met de
NetWare-printerverbinding (directe verbinding,
blokkeringswachtrij of afdrukwachtrij) die u zult gebruiken en OK
selecteren.
14. In het dialoogvenster Poort toevoegen, controleren of het
netwerkpad is geüpdatet. OK selecteren.
De afdrukopdrachten worden verzonden naar de gespecificeerde
printerwachtrij op de Novell-fileserver. De printer polt de fileserver
en als er opdrachten aanwezig zijn, worden deze naar de printer
verzonden.
15. Om de verbinding te bevestigen, dient u een testpagina af te
drukken. Het tabblad Algemeen in het dialoogvenster
Eigenschappen selecteren. De toets Toepassen en de toets
Testpagina afdrukken selecteren.
Een van de volgende handelingen verrichten:
• Ja selecteren indien de opdracht normaal werd afgedrukt.
• Nee selecteren indien de pagina niet of niet correct werd
afgedrukt. De wizard voor probleemoplossing volgen om na te
gaan wat het probleem is en het op te lossen.
Na voltooiing van de instelling, kunt u de printer gebruiken om af te
drukken.
Xerox DocuColor 2006
9. Gebruikerssoftware installeren in een Windows 95/98-omgeving
9–15

Advertenties

loading