14. Indien u de DocuColor 2006 als de standaardprinter wilt instellen,
het keuzerondje Ja selecteren; zoniet, Nee selecteren. Volgende
selecteren.
15. Aangeven of u de printer wilt installeren als gedeelde printer.
Indien u ervoor kiest de printer als gedeelde printer te installeren,
dient u tevens een sharenaam voor de printer op te geven (of de
standaardnaam over te nemen) en een keuze te maken uit de lijst
met besturingssystemen die worden gebruikt door de client-
werkstations. Volgende selecteren.
16. Om de verbinding te bevestigen, met de rechter muisknop klikken
op het pictogram van de printer en Eigenschappen selecteren.
Het tabblad Algemeen selecteren en Testpagina afdrukken
selecteren. Indien de testpagina correct wordt afgedrukt, kunt u
de printer nu gebruiken om mee af te drukken vanaf uw
werkstation.
17. OK selecteren om het dialoogvenster met printereigenschappen
te sluiten.
Xerox DocuColor 2006
11. Gebruikerssoftware installeren in een Windows NT 4.0-omgeving
11–23