Download Print deze pagina

Xerox DocuColor 2006 Handleiding pagina 389

Advertenties

Profielen definiëren
Voordat u een gedownload of bewerkt profiel op een afdruktaak kunt
toepassen dient het profiel aan een van de vooraf gedefinieerde aangepaste
namen gekoppeld worden. Ook kunt u het profiel als standaardprofiel voor
alle afdrukopdrachten instellen. Er zijn 10 namen beschikbaar voor de
aangepaste profielen: Source 1 tot en met 10 voor RGB-bronprofielen,
Simulation 1 tot en met 10 voor Simulatieprofielen en Output 1 tot en met 10
voor Uitvoerprofielen.
We gebruiken hier een aangepast simulatieprofiel ter illustratie. Dezelfde
stappen gelden voor het definiëren van een aangepast of gedownload
uitvoerprofiel.
Een profiel definiëren
1.
ColorWise Pro Tools starten en op Profile Manager klikken.
Voor dit voorbeeld aannemen dat DIC-new een aangepast
simulatieprofiel is dat aangemaakt is onder Color Editor. Zoals u ziet,
staat bij DIC-new onder "In Stuurprogramma weergeven als" geen
nieuwe informatie.
2.
DIC-new in de simulatielijst selecteren en op Profielinstellingen klikken,
of op DIC-new dubbelklikken.
3.
Het selectievakje "In Stuurprogramma weergeven als" selecteren, een
van de vooraf gedefinieerde aangepaste simulatienamen (Simulation 1
tot en met 10) in het pop-up menu selecteren en vervolgens op
Toepassen klikken.
U dient hier een naam te kiezen die nog niet met een andere simulatie is
gekoppeld. Indien u tracht om twee dezelfde profielen met dezelfde
naam te definiëren, verschijnt er een foutbericht.
Voor een uitvoerprofiel zou u een vooraf gedefinieerde naam tussen
Output 1 en Output 10 kunnen kiezen.
Hoewel u een vooringesteld profiel niet kunt verwijderen, kunt u de naam van
een vooringesteld profiel wel voor uw bewerkte profiel gebruiken wanneer u de
optie "In Stuurprogramma weergeven als" selecteert. Hiermee vervangt u het
vooringestelde profiel door uw eigen profiel.
Wanneer u de Profielinstellingen voor een uitvoerprofiel kiest,
verschijnt ook de optie Kalibratieset gebruiken. U dient de Fiery met
deze kalibratieset te kalibreren voordat deze optie resultaat heeft.
Indien u geen metingen heeft uitgevoerd voor deze kalibratieset,
worden de standaardmetingen gebruikt.
In Profielinstellingen kunt u ook de profielomschrijving van alle niet
vergrendelde profielen wijzigen.
Xerox DocuColor 2006
20. ColorWise Pro Tools gebruiken
20–19

Advertenties

loading