5
In dit hoofdstuk worden de basisstappen beschreven voor het
verbinden van de printer met het netwerk. Er wordt een overzicht
gegeven van netwerkvereisten en diagrammen van protocollen. Verder
wordt beschreven hoe de printer fysiek dient te worden aangesloten op
een bestaand netwerk.
Netwerkinstallatie wordt over het algemeen uitgevoerd door een
netwerk- of printerbeheerder en bestaat uit vier stappen:
•
Fysieke aansluiting van de printer op het netwerk en op de
server. Indien deze stap het voorbereiden van een netwerkknoop
en routing van de printernetwerkkabel inhoudt, de
netwerkdocumentatie raadplegen voor specifieke installatie-
instructies.
•
UNIX, Windows NT 4.0 en IPX (Novell) netwerkservers
configureren om toegang vanaf clients tot de DocuColor 2006 als
een PostScript- of PCL-kleurenprinter mogelijk te maken. Er
wordt geen speciale configuratie van AppleShare-servers vereist.
Het hoofdstuk De netwerkserver instellen raadplegen.
•
De printer instellen voor de netwerkomgeving. Vanaf het
bedieningspaneel van de printer de serverinstelling,
netwerkinstelling en printerinstellingen configureren. U kunt
daarna de overige instellingsopties configureren vanaf het
printerbedieningspaneel of vanaf een extern werkstation met
WebSetup. U kunt de DocuColor 2006 ook kalibreren. De
hoofdstukken De instelling uitvoeren vanaf het
printerbedieningspaneel en ColorWise Pro Tools gebruiken
raadplegen.
Xerox DocuColor 2006
Verbinding maken met het netwerk
5–1