19. Instelling via WebSetup uitvoeren
c.
d.
De volgende optie is alleen beschikbaar wanneer vanaf Windows-computers
wordt afgedrukt; de optie is niet beschikbaar bij externe instelling.
3.
De tab Printerinstellingen selecteren om de opties voor PCL-
afdrukken te specificeren. De PCL-instellingen zijn te vinden
onder de printernaam in de directorystructuur.
Voor het volgende het gewenste optiepictogram selecteren in de
structuur en de gewenste standaardwaarde in het vak onder de
structuur.
a.
b.
c.
De formulierlengte verschilt naar gelang de richting van het papier.
d.
19–22
Continue of Stop selecteren in de keuzelijst Toner Low. (De
standaardinstelling is Continue.) Aangeven wat de printer
moet doen indien de toner bijna op is. Continue selecteren
om af te drukken tot er geen toner meer is of Stop om het
afdrukken onmiddellijk af te breken totdat de toner is
vervangen.
Nee of Ja selecteren in de keuzelijst Cover Page. Wanneer
Ja wordt geselecteerd, wordt elke opdracht met een omslag
afgedrukt waarop de naam van de gebruiker die de opdracht
heeft verzonden, de naam van het document, de server, het
tijdstip waarop de opdracht is afgedrukt, het aantal
afgedrukte pagina's en de opdrachtstatus worden
weergegeven. Indien een PostScript-fout optreedt en de
optie Afdrukken naar PS-fout is ingesteld op Ja, wordt de
opdrachtstatus vervangen door het PS-foutbericht.
Papierformaat selecteren in de keuzelijst.
Staand of Liggend selecteren in de keuzelijst voor de
standaardrichting. Staand selecteren om de korte zijde als
invoerrand te gebruiken of Liggend om de lange zijde als
invoerrand te gebruiken.
Het schuifvak gebruiken om de formulierlengte of
tekstregels (5-128) te specificeren die op elke pagina
worden afgedrukt. De standaardlengte is 60.
Het schuifvak gebruiken om de standaardfontgrootte in
punten van een proportioneel schaalbaar font te
specificeren (4,00 t/m 999,75). De puntgrootte is significant
tot een kwart punt. De standaardinstelling 12,00.
Xerox DocuColor 2006