De stappen die u uitvoert op de Novell-server, de DocuColor 2006 en
op het clientwerkstation worden in de volgende tabellen samengevat.
Eerst de handelingen op de server voltooien, daarna op de DocuColor
2006 en ten slotte op het clientwerkstation.
NDS-verbindingen configureren
Op de NDS-fileserver
In NetAdmin:
NDS-printerwachtrijen maken
De NDS-printer maken en
printerwachtrijen toekennen
De printerserver maken en de
printer toekennen
Gebruikers van de
printerwachtrij configureren
Een bindery-verbinding configureren
Op de Bindery-
fileserver
In PConsole:
Maximaal 8 NetWare-
fileservers selecteren
Voor elke fileserver:
• De printerserver
configureren
• De printerwachtrij
configureren
• Gebruikers van de
printerwachtrij configureren
Xerox DocuColor 2006
In WebSetup
• Poortinstelling:
Ethernetinstelling
• Protocolinstelling:
IPX/SPX-instelling—
frametype(n) selecteren
• Serviceinstelling:
Pserver-instelling en
NDS-instelling
• Root selecteren
• Bladeren om printerserver
te selecteren
• Root voor printerwachtrij
zoeken specificeren (optie)
• Polinterval instellen
In WebSetup
• Poortinstelling:
Ethernetinstelling
• Protocolinstelling:
IPX/SPX-instelling—
frametype(n) selecteren
• Serviceinstelling:
Pserver-instelling en
Bindery-instelling
• Maximaal 8 fileservers
toevoegen
• Polinterval instellen
8. De netwerkserver instellen
Op het clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren
Voor afdrukken:
Client verbinden met
ingestelde printerwachtrijen op
de NetWare-fileserver
(Gekoppeld aan de
printerserver geselecteerd in
NDS-instelling).
Voor uitvoeren van Fiery-
hulpprogramma's: De
verbinding met de printer
configureren.
Op het clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren
Voor afdrukken:
Client verbinden met
ingestelde printerwachtrijen op
de NetWare-fileserver
(Gekoppeld aan de
printerserver geselecteerd in
NDS-instelling).
Voor uitvoeren van Fiery-
hulpprogramma's: De
verbinding met de printer
configureren.
8–5