Download Print deze pagina

Xerox DocuColor 2006 Handleiding pagina 174

Advertenties

8. De netwerkserver instellen
De printer configureren op een netwerk met UNIX-
werkstations
Wanneer een UNIX-werkstation is geconfigureerd met het lpd-protocol
en is aangesloten op de printer via een TCP/IP-netwerk, kan er direct
op de DocuColor 2006 worden afgedrukt.
Voor het configureren van UNIX-werkstations is een beheerder met
root-toegangsrechten nodig. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-
gebruikers eenvoudigweg afdrukopdrachten naar een met naam
genoemde printer verzenden.
De opdrachtbeheerprogramma's, tezamen met de Fiery-
hulpprogramma's en Fiery WebTools, zijn niet beschikbaar op het
UNIX-platform. Op een Windows- of Mac OS-computer op hetzelfde
TCP/IP-netwerk als de UNIX-computer voor het afdrukken op de
DocuColor 2006, kunnen de opdrachtbeheerprogramma's worden
gebruikt voor het beheren van afdrukopdrachten vanaf alle
werkstations op het netwerk.
Voor het configureren van de printer in een UNIX-omgeving gelden
dezelfde vereisten als voor elke andere printer of nieuw apparaat.
Een uniek IP-adres wordt vereist voor de printer en voor elk
werkstation op het netwerk.
De printer wordt een naam toegekend die gekoppeld is aan het
IP-adres.
Het IP-adres van de printer moet voor het netwerk worden
geregistreerd in een hostdatabase en ook op de printer zelf.
De afdrukwachtrij of de blokkeringswachtrij (of beide) moeten
worden gepubliceerd.
lpd-afdrukken naar de directe verbinding wordt niet ondersteund.
8–14
Xerox DocuColor 2006

Advertenties

loading