ONDERDEEL
Werking van de
• Kontroleer op soepele werking.
zijstandaard
• Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van
• Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
frame
• Indien nodig, aantrekken.
• Kontroleer benzinepeil.
Benzinetank
• Indien nodig, benzine tanken.
Lichten, indikator-
lampjes en schake-
• Kontroleer op juiste werking.
laars
• Kontroleer het peil van de elektrolyt.
Accu
• Indien nodig, bijvullen met gedistilleerd water.
OPMERKING:
Deze kontrole vóór het rijden dient u iedere keer uit te voeren, voordat u wegrijdt. Deze inspektie kan grondig, doch in vrij korte tijd uitge-
voerd worden. De korte tijd die u hieraan besteedt, weegt ruimschoots op tegen de extra veiligheid die dit oplevert.
WAARSCHUWING
Als één van de onderdelen van de bovenstaande lijst niet juist funktioneert, laat dit dan kontroleren en repareren alvorens weg
te rijden.
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
KONTROLEPUNTEN
4-2
BLZ.
6-23
—
3-5 ~ 3-6
6-27 ~ 6-29
4
6-25 ~ 6-26