BRANDSTOFTANK
Tanken van brandstof
Benzinemotor
Gebruik alleen ongelode benzine en
houd rekening met de in elk land
geldende normen.
Het octaangehalte (RON) moet over-
een komen met de indicaties op de
sticker in de tankdopklep.
Raadpleeg de paragraaf "Gegevens
van de motor" in hoofdstuk 6.
Schade die ontstaan is als gevolg
van het tanken van loodhoudende
benzine wordt niet door de fabrieks-
garantie gedekt.
Om te voorkomen dat er abusieve-
lijk loodhoudende benzine wordt
getankt, heeft de vulhals een nauwe
doorlaat met een veiligheidssys-
teem waarin alleen een vulpistool
met ongelode benzine past.
- Druk met het vulpistool de meta-
len klep open en voordat u met
tanken begint, steekt u het vulpis-
tool verder in de opening tot het
niet verder kan (gevaar van spat-
ten).
- Houd tijdens het tanken het vul-
pistool in deze stand tot u klaar
bent met tanken.
(vervolg)
Brandstof tanken
Alle uitvoeringen
Als het vulpistool automatisch is af-
geslagen, mag u nog maximaal twee
liter brandstof bijvullen.
cuit, inspuitstukken of verstui-
vers, beschermkappen) vanwege
de grote gevaren voor de veilig-
heid die hierdoor kunnen ont-
staan. Laat deze werkzaamheden
uitsluitend door uw RENAULT-
dealer uitvoeren.
(vervolg)
Wijzig of repareer niet
zelf
het
brandstofsys-
teem
(rekeneenheden,
bedrading, brandstofcir-
Doordringende
stank
brandstof
In geval van een aanhoudende stank
van brandstof, moet u:
• onmiddellijk stoppen, rekening
houdend met het overige verkeer
en het contact afzetten;
• de alarmknipperlichten aanzetten
en alle passagiers uit laten stap-
pen en ze ver van het verkeer hou-
den;
• niet aan het brandstofsysteem ko-
men en de auto niet starten voor-
dat deze door een RENAULT-
dealer is nagekeken.
van
1.81