ELEKTRONISCH STABILITEITS PROGRAMMA: ESP MET ONDERSTUURCONTROLE
Dit systeem helpt u de controle over
de auto te behouden in kritieke rijsi-
tuaties (uitwijken voor een obstakel,
verlies van grip op de weg in een
bocht, enz.) en voert daarbij een on-
derstuurcontrole uit.
Deze functie is een extra
hulpmiddel in kritieke
situaties waarbij het rij-
gedrag van de auto aan-
gepast wordt.
Deze functie neemt niet de taak
van de bestuurder over. De limie-
ten van de auto kunnen niet
overschreden worden en deze
functie kan ook geen reden zijn
om harder te gaan rijden.
Deze functie kan in geen geval de
oplettendheid of de verantwoor-
delijkheid van de bestuurder
overnemen (de bestuurder moet
altijd alert zijn op plotselinge ge-
beurtenissen die zich tijdens het
rijden kunnen voordoen).
2.18
De werking van het systeem
Een opname element in het stuur-
wiel registreert de richting waarin
de bestuurder de auto wil laten rij-
den.
Andere opname elementen in de au-
to registreren de werkelijke ver-
plaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de
bestuurder gekozen richting met de
werkelijke
verplaatsingsrichting
van de auto en corrigeert deze laat-
ste door, indien nodig, op bepaalde
wielen te remmen en/of het motor-
vermogen aan te passen.
Als het systeem in werking is, knip-
pert het lampje A om u te waarschu-
wen.
Als bij het starten van de motor dit
A
controlelampje
boodschap "ASR uitgeschakeld",
draai dan het stuurwiel langzaam
van de ene uiterste stand naar de an-
dere, om het systeem weer te initia-
liseren.
Onderstuurcontrole
Dit verbetert de werking van het
ESP bij sterk onderstuur van de auto
(als de voorwielen hun grip verlie-
zen).
Bij een storing
Als het systeem een storing signa-
leert,
verschijnt
"ESP/ASR defect" op het instru-
mentenpaneel, in combinatie met
het oplichten van het lampje
en het lampje A.
Raadpleeg uw RENAULT-dealer.
oplicht
met
de
de
boodschap