BOORDCOMPUTER
Nulinstellingstoets van de dag-
teller 3
Om de dagteller op nul te stellen,
moet de gekozen aanduiding op
"dagteller" staan, druk daarna op de
toets 3 tot de teller op nul staat.
Toets voor nulinstelling van de
gegevens van de reis 3
Gekozen aanduiding op een van de
gegevens van de reis, druk op knop
3 tot de nulinstelling van de aandui-
ding.
(vervolg)
Betekenis van de waarden ge-
durende de eerste paar kilome-
ter na een nulinstelling
De waarden van gemiddeld ver-
bruik, bereik en gemiddelde snel-
heid worden stabieler en nauwkeu-
riger naarmate de afgelegde afstand
vanaf de laatste nulinstelling groter
wordt.
Tijdens de eerste paar kilometers na
de nulinstelling zult u merken dat:
• Het bereik tijdens het rijden
groter wordt.
Dit is normaal want het gemiddel-
3
de verbruik daalt als:
- de auto met een constante snel-
heid rijdt;
- de motor zijn bedrijfstempera-
tuur bereikt (nulinstelling bij
koude motor);
- u vanuit druk stadsverkeer op
de buitenweg komt.
• Het gemiddelde verbruik toe-
neemt als de motor stationair
draait en de auto stil staat.
Dit is normaal: de boordcomputer
telt de verbruikte brandstof zon-
der dat er een afstand wordt afge-
legd.
Automatische nulinstelling van
de gegevens van de reis
De nulinstelling gebeurt automa-
tisch als een van de gegevens zijn
maximale waarde bereikt.
1.59