AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN
Dit zijn:
gordelspanners van de schou-
dergordel,
gordelspanners van de heupgor-
del,
krachtbegrenzers van de borst-
kas (thorax),
frontale airbags voor de bestuur-
der en passagier
Deze voorzieningen worden gelijk-
tijdig of afzonderlijk, afhankelijk
van de ernst van de aanrijding, geac-
tiveerd bij een frontale botsing.
Afhankelijk van de ernst van de
aanrijding, kan het systeem de vol-
gende middelen activeren:
- de blokkering van de autogordel;
- de primaire gordelspanner (die ge-
activeerd wordt om de gordel strak
tegen het lichaam te spannen);
- de gordelspanner van de heupgor-
del om de inzittende tegen zijn
stoel te drukken, de kleine frontale
airbag en de krachtbegrenzers;
- de grote frontale airbag.
1.24
2
1
Gordelspanners
Bij contact aan, kan tijdens een ern-
stige frontale aanrijding, afhankelijk
van de ernst van de schok, het sys-
teem de volgende onderdelen acti-
veren:
- plunjer 1 die onmiddellijk de gor-
del strak trekt;
- de plunjer 2 op de voorstoelen.
De gordelspanners dienen ervoor
om de autogordel strak tegen het
lichaam te trekken en daardoor de
inzittende in zijn stoel te drukken
wat de effectiviteit van de gordel
verbetert.
• Laat al deze veiligheids-
voorzieningen controle-
ren na een aanrijding.
• Het is streng verboden zelf werk-
zaamheden uit te voeren aan het
gordelspansysteem (gordelspan-
ners, airbags, rekeneenheden,
bedrading) of deze in een andere
auto over te zetten.
• Om te voorkomen dat het sys-
teem ten onrechte in werking
komt, mag uitsluitend deskundig
RENAULT-personeel aan de gor-
delspanners en airbags werken.
• Het elektrische ontstekingsme-
chanisme van de gordelspanners
mag uitsluitend door speciaal
opgeleid personeel met speciaal
gereedschap worden gecontro-
leerd.
• Laat de gaspatronen van de gor-
delspanners en de airbags door
een RENAULT-dealer verwijde-
ren voordat de auto wordt ge-
sloopt.