HANDREM
2
1
Vrijzetten
Trek de handgreep 2 iets omhoog,
druk de knop 1 in en beweeg de
handgreep naar beneden.
Indien de rem niet goed is vrijgezet,
blijft op het instrumentenpaneel
een lampje branden.
Tijdens het rijden moet
de handrem altijd volle-
dig zijn vrijgezet, anders
loopt u het risico van
oververhitting van de remmen.
Vastzetten
Trek naar boven en controleer of de
auto stil blijft staan.
Afhankelijk van de hel-
ling en de belasting van
de auto, kan het nodig
zijn de handrem min-
stens twee extra tanden vaster
zetten en een versnelling in te
schakelen (1e of achteruitver-
snelling) voor de auto's met
handgeschakelde
versnellings-
bak of stand P voor de auto's met
automatische transmissie.
STUURBEKRACHTIGING
Rijd nooit met een accu die niet ge-
noeg geladen is.
Snelheidsafhankelijke stuurbe-
krachtiging
De snelheidsafhankelijke stuurbe-
krachtiging past de mate van be-
krachtiging automatisch aan de
snelheid van de auto aan.
Bij het parkeren is er veel bekrachti-
ging (voor meer comfort) en met het
toenemen van de snelheid vermin-
dert de bekrachtiging (voor een gro-
tere veiligheid bij snel rijden).
Zet nooit de motor af als
de auto rijdt: bij uitge-
schakelde motor is er
geen stuurbekrachtiging.
2.09