VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN
4
Uitschakelen van de passa-
giersairbags voorin
(afhankelijk van de uitvoering van
de auto)
Om een kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel voor te plaat-
sen moet u de aanvullende veilig-
heidsvoorzieningen van de autogor-
del van de voorpassagier (frontale
airbags, zijairbags en gordelspan-
ners) uitschakelen.
(vervolg)
5
Uitschakelen van de airbags: zet
het contact uit, druk de grendel 4 in
en draai hem in de stand OFF.
Met contact aan moet u controleren
of het controlelampje 5 AIRBAG
OFF op het instrumentenpaneel
brandt.
Dit lampje blijft constant branden
om u eraan te herinneren dat u een
kinderzitje kunt gebruiken.
GEVAAR
Doordat een kind in een
achterstevoren
kinderzitje op een voor-
stoel met een airbag ernstig gevaar
loopt als de airbags zich ont-
plooien, mag u een kinderzitje op
deze plaats alleen gebruiken als de
airbags zijn uitgeschakeld. De mo-
gelijkheid hiertoe is afhankelijk
van de uitvoering van de auto. Ge-
vaar voor ernstige verwondingen
als de airbag zich ontplooit.
Deze voorschriften staan ook op
het etiket (op het dashboard) en de
markeringen (op de zonneklep-
pen).
geplaatst
1.39