RUITENWISSER / -SPROEIER VOOR
Bij draaiende motor of in de stand
"accessoires", draai de schakelaar 1
• A uit
• B wissen met intervallen
De wissers vegen met tussen-
pozen van enkele secondes. De
duur van het interval is te rege-
len door de ring 2 te ver-
draaien:
• C langzaam continu wissen.
• D snel continu wissen.
1.78
1
1
A
B
C
D
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de wisser
langzamer werken als de auto stopt.
Van snel continu wissen naar lang-
zaam continu wissen.
Zodra de auto weer gaat rijden, be-
ginnen de wissers weer met de oor-
spronkelijk ingestelde snelheid te
werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere
stand zet, schakelt u hiermee boven-
genoemd automatisme uit.
2
Auto's met ruitenwisser met au-
tomatische interval
Bij draaiende motor of in de stand
"accessoires", draai de schakelaar 1
• A uit
• B wissen met automatisch inter-
val
In deze stand signaleert het sys-
teem water op de voorruit en
schakelt het wissen in met een
aangepaste wissnelheid.
De duur van het interval is te
regelen door de ring 2 te ver-
draaien.
Na het starten van de motor
moet altijd worden terugge-
gaan naar de ruststand A en
daarna naar de stand ruiten-
wisser met automatische inter-
val.
• C langzaam continu wissen.
• D snel continu wissen.
Als het mechanisme is geblok-
keerd (bijvoorbeeld doordat de
wisserbladen zijn vastgevroren
aan de voorruit) wordt de voe-
ding van de ruitenwissermotor
automatisch uitgeschakeld.