VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN
Inschakelen van de passa-
giersairbags voorin
Zodra het kinderzitje van de passa-
giersstoel verwijderd is, moet u de
airbags weer inschakelen om de
voorpassagier bij een botsing te be-
schermen.
Weer inschakelen van de airbags:
zet het contact uit, druk de grendel 4
in en draai hem in de stand ON.
Nadat u het contact weer aangezet
heeft, controleert u of het controle-
lampje 5, AIRBAG OFF, gedoofd is.
De aanvullende veiligheidsvoorzie-
ningen van de autogordel van de
voorpassagier zijn ingeschakeld.
Het inschakelen of het
uitschakelen van de pas-
sagiersairbag moet ge-
beuren met contact uit.
Als dit gebeurt als het contact is
ingeschakeld, lichten de controle-
lampjes
en
de passagiersairbag is uitgescha-
keld.
Om de werking van de airbag
weer in overeenstemming te
brengen met de stand van de
grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
1.40
Storingen
In geval van een storing aan het sys-
teem voor het in- en uitschakelen
van de passagiersairbags, is het ver-
boden een achterstevoren geplaatst
kinderzitje op de voorstoel te ge-
bruiken.
Het gebruik van de voorstoel door
een passagier wordt ook afgeraden.
Laat het systeem direct door uw
RENAULT-dealer controleren en
indien nodig herstellen.
op:
(vervolg)