Download Print deze pagina

Advertenties

SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie
2
1
5
Inschakelen
Druk op schakelaar 1, aan kant
Het groene controlelampje 6 licht
op het instrumentenpaneel op om
aan te geven dat de snelheidsrege-
laar in werking is.
Als de functie ingeschakeld is, ver-
schijnt de boodschap "Regelaar" op
het instrumentenpaneel in combi-
natie met streepjes.
2.28
Instellen van de snelheid
.
Rijdend met constante snelheid (ho-
ger dan 30 km/u) en in de juiste ver-
snelling (voor de auto's met handge-
schakelde versnellingsbak), drukt u
op schakelaar 2 of 5 : de functie is
ingeschakeld en de snelheid wordt
in het geheugen vastgelegd.
(vervolg)

Het rijden

Als een snelheid in het geheugen is
vastgelegd en de regeling ingescha-
keld is, kunt u uw voet van het gas-
pedaal nemen.
Let op, het is toch raad-
zaam de voeten dichtbij
6
de pedalen te houden om
te kunnen ingrijpen bij
noodsituaties.
Het is inherent aan het systeem
dat er een verschil kan zijn tussen
de snelheid die in het geheugen
is opgeslagen en de snelheid die
het instrumentenpaneel aangeeft.

Advertenties

loading