THERMOSTATISCH GEREGELDE AIRCONDITIONING
13 12
Verdeling van de lucht in het in-
terieur
Er zijn vijf combinaties mogelijk
voor de luchtverdeling. Deze wor-
den verkregen door het achter el-
kaar indrukken van de toetsen 8 en
10. De pijlen op het display 5 geven
de door u gemaakte keuze aan:
5
6
Stand
Alle lucht wordt naar de voorruit en
de roosters aan de zijkanten van het
dashboard geleid.
Stand
De lucht wordt naar de ontwase-
mingsroosters onder de voorruit en
zijruiten geleid en naar de voeten-
ruimtes.
(vervolg)
8
11
10
Stand
De lucht wordt voornamelijk naar
de ventilatieroosters geleid.
Stand
De lucht wordt naar alle ventilatie-
roosters en de voetenruimtes geleid.
Stand
De lucht wordt uitsluitend naar de
voetenruimtes geleid.
Als u de automatische werking
van de luchtverdeling uitscha-
kelt, dooft het controlelampje op
het display 5 (automatische wer-
king), maar alleen de luchtverde-
ling wordt niet meer automatisch
gecontroleerd door het systeem.
Om de automatische werkstand
weer in te schakelen, drukt u op
toets 6.
3.11