SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie
1
De snelheidsregelaar is een functie
die u helpt de door uw gekozen rij-
snelheid op een constante waarde
vast te houden, dit wordt de inge-
stelde snelheid genoemd.
Vanaf 30 km/u kunt u de snelheid
traploos instellen.
De
snelheidsregelaar
heeft in geen enkel geval
invloed op het remsys-
teem.
Deze functie is een extra
hulp tijdens het rijden.
Deze functie neemt niet de
taak van de bestuurder
over. U moet u ten allen tijde hou-
den aan de voorgeschreven snel-
heid en blijven opletten (u moet al-
tijd klaar zijn om te remmen in alle
omstandigheden), de snelheidsre-
gelaar ontslaat de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid.
De snelheidsregelaar moet niet ge-
bruikt worden in druk verkeer, op
een bochtige of gladde weg (ijzel,
aquaplaning, kiezelsteentjes) en als
de weersomstandigheden ongun-
stig zijn (mist, regen, zijwind, enz.).
Kans op ongevallen.
2
5
Bedieningsknoppen
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit.
2 In geheugen zetten en inschake-
len van ingestelde snelheid. Ver-
hogen van de ingestelde snelheid.
3 Oproepen van de in het geheugen
vastgelegde snelheid.
4 Uitschakelen van de functie (de
ingestelde snelheid blijft in het
geheugen).
5 In geheugen zetten en inschake-
len van ingestelde snelheid. Ver-
lagen van de ingestelde snelheid.
3
4
2.27