Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Noordreferentie Instellen; Hoogtemeterinstellingen; De Barometrische Hoogtemeter Kalibreren; Barometerinstellingen - Garmin DESCENT MK1 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DESCENT MK1:
Inhoudsopgave

Advertenties

De noordreferentie instellen

U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het berekenen van de voorliggende koers.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Kompas > Noordreferentie.
3 Selecteer een optie:
• U kunt het geografische noorden instellen als koersreferentie door Waar te selecteren.
• U kunt automatisch de magnetische afwijking instellen voor uw locatie door Magnetisch te selecteren.
• U kunt het noorden van het grid (000º) instellen als koersreferentie door Grid te selecteren.
• U kunt de magnetische afwijking handmatig instellen door Gebruiker te selecteren, de magnetische
afwijking in te voeren en OK te selecteren.

Hoogtemeterinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Hoogtemeter.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de hoogtemeter handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren: Hiermee voert de hoogtemeter automatisch een kalibratie uit telkens wanneer u GPS-
tracering inschakelt.
Hoogte: Hiermee stelt u de maateenheden voor hoogte in.

De barometrische hoogtemeter kalibreren

Uw toestel is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt automatische kalibratie op het GPS-beginpunt
gebruikt. U kunt de barometrische hoogtemeter handmatig kalibreren als u de juiste hoogte kent.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Hoogtemeter.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Automatisch kalibreren als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt en
selecteer een optie.
• Selecteer Kalibreer als u de huidige hoogte wilt invoeren.

Barometerinstellingen

Houd MENU ingedrukt en selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Barometer.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de barometer handmatig kalibreren.
Grafiek: Hiermee stelt u de tijdschaal in voor de grafiek in de barometerwidget.
Stormwaarsch.: Hiermee stelt u in bij welke barometerdrukwijziging een stormwaarschuwing wordt gegeven.
Horlogestand: Hiermee stelt u de sensor in die wordt gebruikt in de horlogemodus. Met de optie Automatisch
gebruikt u zowel de hoogtemeter als de barometer, afhankelijk van uw beweging. U kunt de optie Hoogte
meter gebruiken wanneer er tijdens uw activiteit sprake is van hoogteverschillen, of de optie Barometer
wanneer er geen sprake is van hoogteverschillen.
Druk: Hiermee stelt u in hoe het toestel drukgegevens weergeeft.

De barometer kalibreren

Uw toestel is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt automatische kalibratie op het GPS-beginpunt
gebruikt. U kunt de barometer handmatig kalibreren als de juiste hoogte of de druk op zeeniveau u bekend is.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires > Barometer > Kalibreer.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Ja als u de huidige hoogte of druk op zeeniveau wilt invoeren.
• Selecteer Gebruik GPS als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt.
Uw toestel aanpassen
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave