❒ Als de frontairbag aan passagierszijde buiten
werking wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd
worden of de airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld:
het betreffende lampje (geel) op het
instrumentenpaneel moet continu branden.
❒ Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt
aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren. Bewaar de instructies
samen met het instructieboek in de auto.
Monteer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
❒ Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt
door aan de gordelband te trekken.
❒ Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts
één kind: vervoer nooit twee kinderen in een
systeem.
❒ Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van
het kind loopt.
❒ Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen
afwijkende houding aanneemt of de gordels
losmaakt.
❒ Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen
pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om
ze bij een ongeval vast te kunnen houden.
❒ Na een ongeval moet het zitje door een nieuw
exemplaar worden vervangen.
BELANGRIJK
Als een passagiersairbag aanwezig is
mogen geen kinderzitjes op de voorstoel
worden geplaatst; bovendien mogen kinderen
nooit op de voorstoelen worden vervoerd.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
93