❒ plaats de slinger H fig. 99 in de krik I fig. 99 en zet
de auto omhoog, totdat het wiel enige centimeters
WEGWIJS IN UW
los is van de grond. Als u de slinger draait, moet
AUTO
u zorgen voor voldoende werkruimte, zodat u
geen schaafwonden aan u hand oploopt door
contact met de grond. Ook de bewegende delen
VEILIGHEID
van de krik (schroefdraad en scharnieren) kunnen
letsel veroorzaken: Reinig uw handen zorgvuldig als
deze met vet in contact zijn geweest;
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle
STARTEN EN RIJDEN
contactvlakken van het noodreservewiel schoon
zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen
loslopen;
LAMPJES EN
❒ monteer het noodreservewiel zodanig dat de pen
BERICHTEN
N fig. 100 in een van de gaten O fig. 100 op het
wiel valt;
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
G
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 99
132
I
F
❒ draai de 4 wielbouten vast;
❒ draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en
verwijder de krik;
❒ draai de wielbouten kruiselings vast, in de volgorde
die in fig. 101 is aangegeven.
fig. 100
H
F0S0129
fig. 101
F0S0130
F0S0131