BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: monteer absoluut
geen kinderzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de
frontairbag aan passagierszijde is
ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag
wordt geactiveerd, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen. Als er geen
andere mogelijkheid is, moet altijd de airbag
aan passagierszijde worden uitgeschakeld als
het kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt
geplaatst. Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn geplaatst;
hierdoor wordt voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met het
dashboard. Ook als het niet wettelijk verplicht
is, raden wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen, de airbag
onmiddellijk weer in te schakelen zodra geen
kinderen meer vervoerd worden.
Knie-airbag bestuurderszijde
(indien aanwezig)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een
daarvoor bestemde ruimte onder de onderste
bescherming van de stuurkolom is geplaatst fig. 90;
ter hoogte van de knieën van de bestuurder, voor
extra bescherming van de bestuurder bij een frontale
aanrijding.
Handmatig uitschakelen van de frontairbag en
zij-airbag ter bescherming van borstkas/
bekken (Sidebag) passagierszijde
(indien aanwezig)
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de
passagiersstoel voor te vervoeren, moeten de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) (indien
aanwezig) aan passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje
blijft continu branden totdat de frontairbag en de
zij-airbag (sidebag) (indien aanwezig) aan
passagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Raadpleeg voor het handmatig
uitschakelen van de frontairbag en zij-airbag (sidebag)
(indien aanwezig) het hoofdstuk "Wegwijs in uw
auto", de paragraaf "Multifunctioneel display".
fig. 90
op het dashboard
F0S0105
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
99