Ga als volgt te werk:
WEGWIJS IN UW
verwijder de hoofdsteunen van de achterbank
AUTO
(indien aanwezig)
controleer of de gordels niet gespannen zijn of
gedraaid zitten
VEILIGHEID
trek aan de hendeltjes A fig. 58 en B om de
rugleuningen te ontgrendelen en leg ze op de
zitting.
BELANGRIJK Om de rugleuning weer goed op zijn
STARTEN EN RIJDEN
plaats te zetten, kunt u het best te werk gaan vanaf
de buitenkant via de portieren.
LAMPJES EN
ACHTERBANK TERUGPLAATSEN
BERICHTEN
Zet de rugleuningen omhoog en druk ze naar
achteren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar
vergrendelen.
NOODGEVALLEN
Plaats de gespen van de veiligheidsgordels omhoog
en zet de zitting weer in de normale gebruiksstand.
BELANGRIJK Als de rugleuning in de normale
ONDERHOUD EN
gebruiksstand wordt gezet, controleer dan of de
ZORG
rugleuning hoorbaar vergrendelt.
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is om te voorkomen dat in geval van
TECHNISCHE
bruusk remmen, de rugleuning naar voren klapt en de
GEGEVENS
passagiers verwondt.
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
ALFABETISCH
Maak de twee pennen aan de zijkant los en verwijder
REGISTER
de hoedenplank.
58
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
trek de hendel A fig. 59 in de richting van de pijl;
verplaats het hendeltje B fig. 60 naar rechts, zoals
aangegeven in de afbeelding
til de motorkap op en trek gelijktijdig de
steunstang C fig. 61 uit de vergrendeling D; steek
vervolgens het uiteinde van de stang in de zitting E
op de motorkap (grote opening) en zet hem in
de veiligheidsstand (kleine opening), zoals
aangegeven in de afbeelding.
fig. 59
F0S0045