WEGWIJS IN UW
Zet altijd de motor uit en verwijder de
AUTO
contactsleutel uit het contactslot,
waardoor het stuurwiel wordt vergrendeld,
voordat er onderhoudswerkzaamheden worden
VEILIGHEID
uitgevoerd, vooral als de auto met de wielen
los van de grond staat. Als dit niet mogelijk
is (als de sleutel in stand MAR moet staan of de
motor moet draaien), moet de hoofdzekering
van de elektrische stuurbekrachtiging worden
STARTEN EN RIJDEN
verwijderd.
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
70
BELANGRIJK
PARKEERSENSOREN
(indien aanwezig)
Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto
fig. 67 en attenderen de bestuurder via een
repeterend geluidssignaal op de aanwezigheid van
obstakels achter de auto.
ACTIVERING
De sensoren worden bij het inschakelen van de
achteruit automatisch geactiveerd. Als de afstand tot
het obstakel achter de auto kleiner wordt, neemt
de frequentie van het geluidssignaal toe.
AKOESTISCH
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
Als u de achteruit inschakelt en er een obstakel
achter de auto aanwezig is, klinkt er een
geluidssignaal waarvan de frequentie afhankelijk is van
de afstand van het obstakel tot de achterbumper.
fig. 67
F0S0103